donderdag 6 december 2012

Nieuw begin en 'Einde der tijden'

Tijden van chaos en onrust, oorlogen en geruchten van oorlogen, natuurrampen en moeiten die je onderweg kunt tegenkomen...'Einde der tijden'? Op de bijbel wordt bij dit begrip een beroep gedaan. De evangelist Marcus begrijpt dit echter zo: 'Die dingen moeten gebeuren, maar daarmee is het einde niet gekomen. Dat is het begin van de geboorteweeën van toekomst'(Marcus 13: 7, 8). Een spannende gedachte in een tijd als de onze. Een radicaal positieve gedachte ook. Vrouwen kunnen zich het beeld goed voorstellen. Het is hard werken ('Labour") en je gaat door dik en dun, voordat het nieuwe leven geboren wordt. Moet het dan eerst beroerd worden, voordat het beter wordt? Moet het eerst beroeerd worden, opdat het beter wordt? Eerst nu de verwijzing naar Maecus. Daarna een korte blik op deze laatste twee vragen.

Te voorspellen?
Regelmatig worden redenen gevonden om een datum te verbinden aan de gedachte dat er een einde der tijden zou zijn. De dichtstbijzijnde datum die dan genoemd wordt is 21 december a.s. Volgens de astronomische berekeningen van de Maya's. Door sommigen wordt dat ook weer ontkend. Er zou hier van een misrekening sprake zijn door degenen die dit aanhangig maken. Wie zijn dat eigenlijk trouwens? De vorige keer dat van een datum sprake was, is 21 mei van dit jaar. Het is mij overigens ontgaan, maar ene dominee Harold Camping zou ervoor gewaarschuwd hebben. Zelfs middels reclameborden op NS-stations. Toch plekken waar ik regelmatig kom. Ze zijn me niet opgevallen. Mij interesseren dit soort vermeende voorspellingen eigenlijk helemaal niet. Waarom dan wel aandacht hiervoor?
In mijn werk als predikant - naast het journalistschap - kom ik het vaak tegen. Mensen kunnen er niet goed mee uit de voeten of geloven er regelrecht in dat er ooit sprake is van het einde der tijden. Van tijd tot tijd hebben mensen op momenten, bij aangrijpende omstandigheden, zo iets van 'zou er toch enige waarheid in zitten'? Wat is daar tegen in te brengen? Zeker mensen die er niet best voor staan in hun leven zou ik toewensen dat ze dit soort deprimerende gedachten niet tot uitgangspunt van hun denken hoeven te laten worden. Zien dat dwars door alles heen de geboorteweeën van de toekomst in feite aan de gang zijn is wel een wat opbeurender gedachte.
Natuurlijk, dit is geloofstaal en beeldtaal, als zodanig niet de werkelijkheid. Dit type beeldtaal wordt ook wel apocalyptische taal genoemd. Apocalypsis...het betekent letterlijk open-baring. Het woord wordt vaak verbonden met gruwelijke omstandigheden (vergelijk de Vietnamfilm 'Apocalypse now'). Hoezeer het als beeldtaal en geloofstaal dus niet direct de werkelijkheid is, verwijst het er wel naar. In dit geval: als poging om gruwelijke omstandigheden te kunnen plaatsen, er een omgang mee te vinden en er niet gelijk verstijfd door te raken als een konijn voor de autolampen. Ook om het gruwelijke evocatief te verwoorden, omdat er eigenlijk haast geen werkelijkheidswoorden te vinden zijn die het evocatieve van bepaalde omstandigheden zo scherp tot uitdrukking brengen, aan het licht brengen, open baren.

Joodse opstand
In de tijd dat Marcus dit verhaal op papier zette was net de Joodse Opstand van het jaar 70 van onze jaartelling achter de rug. De naweeën waren nog stevig voelbaar. Deze opstand tege het Romeinse Imperium had een heel eigen Joodse inhoud:. Het moest de invloed van de Tora, de wet van Mozes en de profeten, terug brengen binnen Israël. Het had tegelijk de spanning als ondergrond die de grote armoede van die dagen en de toename van de slavernij teweegbrachten. De Joodse historicus van die dagen, Flavius Josephus, maakt als getuige van de tijd heel duidelijk wat voor slachtingen en vernielingen er plaatsvonden.
Voor de Joden was daarbij de verwoesting van de tempel van essentiële betekenis. De tempel was het huis van God. De leerlingen van Jezus, de eerste gemeente, zat als deel van de Joodse wereld samen met hen in zak en as. Hoe moeten we verder? Wat is onze toekomst?
In deze afschuwelijke omstandigheden, zoals we ons die met een beetje historische kennis kunnen voorstellen, was er grote behoefte aan een weg vooruit, aan iemand die een weg vooruit wees. Ongetwijfeld even verrast  als wij door dit beeld van de weeën als weg van toekomst kunnen zijn, oog in oog met onze eigen benarde omstandigheden, even verrast zullen de leerlingen van Jezus over dit beeld geweest zijn en over waar het voor staat.
Jezus versterkt dit eerste beeld van de weeën nog eens door het beeld van de vijgenboom. Deze laat midden in de winter al zien dat er zomer in aantocht is: de takken lopen uit. Ook zo'n simpel, aan de dagelijkse werkelijkheid ontleend beeld. Het gaat hier echter over meer dan over de vijgenboom alszodanig. Het volk Israël, als bijbels subject, wordt in de bijbel vaker vergeleken met de vijgenboom. Die lijkt dan wel kaal, omdat ze niet steeds doet wat God van hen vraagt en wat gerechtigheid en vrede dichterbij zou brengen, bevrijding, Toch liep die uit, wat deed hopen dat het goed zou komen tussen God en zijn volk. Maar om nu het volk te herinneren aan dit beeld, nu het in de schaduw van de opstand in zak en as ter neer zit, moet wel heel verrassend en bijna onvoorstelbaar geweest zijn, niet te geloven.
Daar kom je niet op. Toch ligt hier ergens de spits van het bijzondere van dit verhaal. De boel lijkt echt aan zijn eind en dan wordt het ons gezegd: dit is het einde niet, dit zijn de weeën van nieuwe toekomst. Daar kom je niet op. Daar is heel wat kracht voor nodig om op zo'n weg van denken en handelen terecht te komen. En als je de beelddelen in het verhaal eruit licht en los van de samenhang (ook de historische samenhang) bekijkt en doet, alsof die beelden als zodanig en letterlijk werkelijkheid weergeven, kun je ook blijven steken in het letterlijke verstaan van een einde der tijden. Op een beeld als van weeën kom je los van de samenhang waar het doorheen breekt niet. Het is domweg bijna niet voorstelbaar  

Hoe Jezus' omging met catastrofes waar je doorheen moet om tot een nieuw leven te komen kan verward worden met de volgende gedachtengangen die je af en toe hoort.

1 Moet het eerst beroerd worden, voordat het beter wordt?
Het is bijna, alsof je Karl Marx hier hoort, wanneer hij stelt dat het kapitalisme zijn eigen doodgraver is. Tendens tot Verelendung (= het in ellende uitmonden) noemde hij dat. Hij bedoelde dat niet als een zekere voorspelling. Sommige marxistische stromingen hebben daar later de Verlendungs-theorie van gemaakt: laat de boel eerst maar op ellende uitlopen, dan raken we het kapitalisme vanzelf kwijt en kunnen de werkers eindelijk aan de macht komen. Zeker in de zestiger en zeventiger jaren van de vorige eeuw leek deze theorie, zoals die als theorie gezien werd en dus niet als tendens, door zijn tegendeel volstrekt ontkracht te worden. Het ging de mensen enkel beter. Ook de arbeidersklasse. Misschien niet helemaal wereldwijd, maar toch. Het droeg uiteindelijk bij aan de ineenstorting van de Sowjet-Unie en van marxistisch-leninistische partijen.

2 Moet het eerst beroerd worden, opdat het beter wordt?
Een subtiel verschil ten aanzien van het direct voorafgaande. Immers 'opdat' impliceert in dit verband dat het beroerd worden van de wereldomstandigheden noodzakelijk is om het beter te laten worden. Dit is volgens de Canadese journaliste Naomi Klein in feite wat het Neoliberalisme als huidige heersende manier van economisch denken voor ogen staat. Het doorvoeren van de marktwerking op alle terreinen van leven en samenleving ziet men als alleenzaligmakend, ook al zal die pas doorgezet kunnen worden langs de weg van de zogenaamde Shock-therapie (term van Klein): 'Het Neoliberalisme heeft als de fundamentalistische gestalte van het kapitalisme altijd rampen nodig gehad om zich te kunnen doorzetten'. Je kunt met haar zeggen dat vandaag de krisis misbruikt wordt om keihard door te drukken wat in andere omstandigheden als volstrekt asociaal zou kunnen worden bestempeld en er niet door zou komen. De zogenaamde hervormingen die nodig zouden zijn behelzen immers hervormingen richting versterking van marktwerking en productdenken over de hele linie. Dat is het doel. Dat doel is goed...want de rijken worden er beter van. Zelfs is het zo, volgens Klein, dat als er geen rampen en crises zijn je ze vooral moet bewerkstelligen. Dit gebeurt ook. Al sinds Chili 1973 op de een of andere manier.

Natuurlijk is bovenstaande wel wat kort door de bocht geformuleerd hier en daar. Niet alles kan ik tegelijk uitwerken. Ook benadruk ik hier gruwelijke omstandigheden op maatscahppelijk vlak en niet uitdrukkelijk op persoonlijk vlak, hoewel het personen treft wat op maatschappelijk vlak gebeurt. Terwijl het Marcus-gedeelte zeker ook op dat puur persoonlijke vlak toe te passen valt. Je kunt om je heen net even te veel mensen, geliefden en goede bekenden zien die bijvoorbeeld aan kanker zijn gaan lijden en de dood onder ogen zien. Het is toch niet te geloven dat je het verdriet daarover en de moeiten daarbij zou kunnen zien als geboorteweeën van toekomst? Het maakt alleen maar duidelijk hoe radicaal het is wat Jezus hier aan de leerlingen voorlegt. Het gaat ook niet om gruwelijks dat nodig is om het beter te maken. Het gruwelijke is er om ons heen en het gaat erom dat je er een omgang mee vindt. Blijven hangen in 'dit zal het einde der tijden wel zijn' zonder enig perspectief op wat anders en alsof je dat aan een tijdstip kunt binden is in feite verstijfd raken, zoals konijnen verstijfd van angst kunnen raken bij schelle autolampen. Ik zeg alleen niet dat die kijk van Jezus simpel is. Die is niet te geloven en toch...
 
Han Dijk


































   




















maandag 29 oktober 2012

Een schot in de roos.

We konden niet bevroeden dat onze oproep van de zomer voor een sociale, werkelijk linkse politiek tegen het Neoliberalisme zoveel zou losmaken. Onder links-christelijke vrienden en in de volle breedte van de christelijke pers. Per ongeluk een schot in de roos. Op 28 juni, deze zomer, kwam een mailtje binnen van goede vriend Harry met de vraag of wij al wisten wat te stemmen op 12 september en of we die vraag niet zouden delen met anderen. Sterker nog: of we niet in de openbaarheid zouden treden met iets wat enkele gespreksrondes later de naam 'Manifest voor sociale in plaats van liberale politiek' zou krijgen (te vinden onder www.deontmoeting-pka.nl)  Of we geen ondersteuning zouden moeten geven aan de SP als meest duidelijk anti-neoliberale partij. 'Wij'...dat werden uiteindelijk Chris Bakker, Dick Boer, Harry Pals en ik.

Onverwachts omvangrijk debat
Niet dat er naar verhouding nu zo heel veel waren die met ons eens waren dat we in alles zeker de SP niet zouden mogen vergeten. Van de ca. 120 aangeschrevenen waren er uiteindelijk 22 die ondertekenden. Wel waren velen met de vraag bezig, zo leek het wel, wat ze nu moesten stemmen. Of ook bleken velen er behoefte aan te hebben om deel te nemen aan de discussie die onze zending teweeg bracht. Ook al kregen we van enkelen de eigenlijk wel terechte kritiek vanwege privacy op het open karakter van de zending. Het bleek echter niet meer terug te draaien. Mensen waren al begonnen 'to reply to all'. Dat bleek de andere kant te zijn: door deze open zending werden vele mensen juist gestimuleerd om het hunne bij te dragen aan de discussie. Zeker zo'n 54 mensen. Dat is bijna de helft van de aangeschrevenen. Er kon hierdoor dus iets interactiefs op gang komen. Je kreeg het gevoel dat het zelfs een troostend karakter had. Mensen die in hun eentje maar zaten te worstelen. Velen zitten zonder een dagelijks verband met anderen waarin het over dit soort zaken kan gaan. Men kreeg plotseling zo'n verband in de schoot geworpen. Aangeschrevenen vanuit mijn persoonlijke netwerk kregeneen gesloten zending , zonder de andere emailadressen dus. Zij merkten niets van de interactie als gevolg van de andere open zending.

We konden dus eind juni in de verste verte niet bevroeden dat er zoveel mensen zouden bijdragen aan de discussie. Opmerkelijk was naast de veelheid aan reacties de behoorlijke verscheidenheid. Velen namen de moeite om  hun eigen worstelingen te delen. Soms heel uitvoerig. Anderen sloten zich in een, twee zinnen aan bij een eerdere discussiant. Eveneens waren er die in een latere fase terug kwamen op hun stellingname. Ofwel om die aan te scherpen of juist om die te nuanceren. Niemand begon te schelden. Toch werden er best scherpe en duidelijke woorden geuit veelal. Er was een soort gevoel waar te nemen van 'we hebben iets met elkaar en willen dit, hoe verscheiden ook, met elkaar delen'. Heel bijzonder en enthousiasmerend. Een unieke bloemlezing van worstelingen van mensen die vroeger misschien veelal duidelijker ter linkerzijde staand wisten wat ze zouden gaan stemmen. Het boeiende van het geheel was bovendien dat wij, als initiatiefnemers, zelf ons buiten de discussie hielden. Geen beïnvloeding dus van ons tijdens het proces van interactiviteit. Onze bijdrage was hoogstens al het Manifest als zodanig. Daarmee maakten wij gesprek mogelijk. Of beter gezegd het liep vanzelf. Het blééf lopen. Verder hadden wij onze handen vol aan de actie erom heen. Wij voerden wel met elkaar de discussie met elkaar naar aanleiding van wat er binnen kwam.

Op 20 augustus deze zomer stelden we tijdens een bijeenkomst op een lommerrijk terrasje in Den Bosch vast dat we het gedeeltelijk moesten herschrijven. Misschien zouden er daardoor nog enkelen alsnog willen aansluiten. Maar we herschreven hem vooral, omdat we ons zelf in sommige reacties ook beter konden vinden dan in de eerste rondgestuurde versie. Sommige reacties of delen daarvan sloten meer aan bij wat we eigenlijk zelf voor ogen hadden. Vooral de reactie van Erica Meijers valt hier te noemen die door velen ook expliciet werd vermeld als oriëntatiepunt voor hen. Het ging ons vanaf het begin niet om een stemadvies voor de SP. Eerder om er aan mee te helpen om Linkse Samenwerking te bewerkstelligen. Dat echter niet alleen in verband met de verkiezingen en ook niet als een mooi toverwoord, maar als Actiecoalitie tegen het Neoberalisme. Daarom wel degelijk mét de SP.

Linkse samenwerking zonder SP?
Duidelijkste punt bij een 'nee' richting ondertekening was wel de plek die wij gaven aan de SP. Tegen het Neoliberalisme, voor sociale politiek, voor linkse samenwerking...ja, dat beaamden de meesten wel. Maar al te nauw en al te expliciet samenwerken met de SP? Nou nee, dat toch maar liever niet. Een waterscheiding dus kennelijk tussen SP en de rest van links. Deze aarzelende of soms regelrecht afwijzende gedachten over deze partij hadden vooral te maken met wat dan genoemd werd hun 'Europese opstelling'.
Een enkeling noemde hier ook de ervaringen met de SP uit het verleden als zodanig of hun opstelling ten opzichte van het 'gastarbeidersvraagstuk'.

Hoe stonden en staan wij dan ten opzichte van deze partij? Uiteenlopend om te beginnen. Iemand is pas geleden lid geworden. Een ander van ons was al langere tijd passief lid. Hij stelt vraagtekens bij het analytische vermogen van de SP en of ze daar wel genoeg mee werkt. Of regeringsdeelname van de SP (aanvankelijk vanwege Roemer's positie in de peilingen immers nog een actueel punt!) niet teveel zou leiden tot verwatering en daardoor tot grote desillusies bij mensen die hoop zouden krijgen dat er werkelijk eindelijk een andere kant op gekeken en gehandeld zou worden. Ook of Roemer nu wel de sterkste verwoorder van een andere politiek is en toch misschien het parlementaire werk voorop zou stellen (premier worden wellicht).
Voor mij persoonlijk speelt dat ik al jaren slechts half in GroenLinks kon staan. 'Links' in GroenLinks en actiegerichtheid ontbraken me teveel. Al vaak stemde ik SP, zeker landelijk. Voor mij was echter het laatste optreden van Femke Halsema bij Pauw en Witteman de druppel. De indruk die ze wekte een sociaal-liberale richting uit te kijken. De aanwezige medekamerleden onderstreepten dat slechts en echter duidelijk. Toen was voor mij duidelijk: als communist ben ik indertijd niet met GroenLinks meegegaan om een vorm van liberaal te worden, hoe sociaal-liberaal dan ook. De Afghanistan-lijn van GroenLinks en de erop lijkende, naar het pluche riekende opstelling mbt. het 'Gunduz'- of 'Lente'-accoord hielpen niet mee om mij binnen GroenLinks te houden.
Drie van ons zijn steeds lid van GroenLinks geweest. We kwamen in de zelfde tijd tot de zelfde conclusie: dit was het dan wel. Een van ons had nog maar kort geleden nota bene een afdeling van GroenLinks mee helpen opzetten in het stadje waar hij woont. Maar voor mij is nog steeds ook geen overstap naar actieve deelname aan de SP aan de orde. Te diep zit bij mij de oude, uit de actieve CPN-tijd voortkomende, argwaan of de SP niet teveel alles zelf en eigenlijk alleen wil doen. De houding ten opzichte van migranten vind ik tegenwoordig adequater dan vroeger, ook al komen er soms weer vragen op.

Europa
Het opmerkelijke van onze opstelling: alle vier hebben we geen enkele moeite met de 'Europese opstelling' van de SP. Die is helemaal niet tegen Europa, maar tegen een Europa van de banken (een neoliberaal Europa) en niet van de mensen. Tegen een asociaal Europa dus. Helaas is dat eerste wel de hoofdbenadering in vele partijen ofwel expliciet ofwel zonder zich daar expliciet over uit te spreken. In zijn geheel genomen voel ik bij de actieve aanwezigheid van de SP en SP-politiek iets goeds. Zij het daarnaast nog altijd iets vreemds. Niettemin en belangrijk: een redelijk stevige basis voor een consequente anti-neoliberale politiek. De enige partij die als partij vaak laat horen dat kritiek op concrete bezuinigingen en wezen kritiek op het systeem achter die bezuinigingen is. Misschien mocht dat wel meer nog en veel duidelijker. Zodanig dat mensen het ook echt gaan doorzien en zich geen knollen voor citroenen meer laten verkopen.
De anti-neoliberale move van de PvdA in de verkiezingstijd gaf plotsleing perspectief op een werkelijk linkse samenwerking en openheid naar de SP. Het bleek vooral een perspectief te zijn op een voorbijstomen van de SP. Wat dit wordt door uitgerekend nu met de VVD in zee te gaan voor een regering, zullen we nog even moeten afwachten. Ik verwacht weinig goeds. Vast vooral weer veel ideologisch mooie verhaaltjes die de mensen zand in de ogen zullen strooien. Hoe zal de anti-neoliberale stroming in die partij die er toch wel moet zijn, zich gedragen? Vindt daarover in feite al een strijd plaats binnen de Groningse PvdA? Volgens een journalist van OOG is daar strijd aan de gang tussen de grote prestigeprojecten-stroming (zoals de tram) en de sociale stroming die geld wil vrij maken en houden voor sociale projecten.

We hebben sterk het gevoel dat de anti-SP-houding onder vele discussianten vanwege hun Europese opstelling eerder een gevolg is van vasthoudend ideologisch spervuur in de media op dit vlak dat de SP tot nu toe nog niet wist te doorbreken dan iets dan in overeenstemming is met de feiten. Zo werd vroeger ook de CPN vanuit een ideologische opstelling, ook onder links, vaak buiten allerlei linkse of zich links of progressief noemende boten worden gehouden. Vanuit Christenen voor het Socialisme hebben we ooit, in de zeventiger jaren, eens middels een Verkiezingsmanifest op een vergelijkbare wijze geworven voor niet-buitensluiten van de CPN, zoals wij dat nu doen ten opzichte van de SP. Rinse Reeling Brouwer herinnerde ons hieraan. Hij vond overigens het daarom de vraag of er wel zo'n manifest als dit moest komen. Toen noemden we de strijd tegen buitensluiting van de CPN bestrijding van anti-communisme. Hoe zou je dat nu noemen?

Bizarre verkiezingsuitslag
Het voelt goed om nu eindelijk eens wat terug te kunnen zeggen en iets van de achtergronden te laten zien die bij ons in de opstelling van het Manifest een rol speelden. Ook hoe wij graag zouden reageren op alle bijdragen. Ons zwijgen tot nu toe had, zoals gezegd, vooral een practische reden en bovendien had het zin om op iedere bijdrage direct te reageren? De poging om via een Yahoo-groep het gesprek voort te zetten functioneerde in de praktijk niet.
De verkiezingen verliepen uiteindelijk bizar. De SP aanvankelijk lange tijd mijlen ver vooruit op de rest van links en de werkelijk uitdager van de voorbije macht van Rutte. Dan plotsling stoomt een PvdA vlak voor het eind deze SP voorbij, daarbij gebruik makend van de zelfde argumenten en dezelfde toon. Dan de wonderlijke conclusie na afloopdat dékiezer dus duidelijk gesproken een regering van VVD en PvdA wenst. In plaats van dat helder is dat die nu juist een socialere politiek wenste. Vanwege het meer antineoliberale gekuid van Samson gingen mensen weg bij de SP en weer terug naar de PvdA. Die socialere politiek zal met de VVD niet te maken zijn. Vandaag wordt het regeringsaccoord gepresenteerd. Ga ik nog maar niet op in. Wel een volgende keer, als we een vorm gevonden hebben voor debat over 'hoe nu verder?' na dit Manifest.
Han Dijk
































zaterdag 29 september 2012

Vijf en twintig jaar in kerk en buurt - niet voor te stellen.

Als kleine jongen, opgroeiend in een Fries dorpje tussen twee meren in, stond ik eens op de weg te tollen. Zo'n mooie gekleurde tol. Een stokje met een veter eraan vast. Het was een voorzomeravond. We hadden net gegeten. Nog even buiten spelen. Een weg met aan twee kanten sloten. Achter me een bosje. Aan de overkant van de weg het groene Friese weideland. In de verte de huisjes van een volgend dorpje. Wijde vergezichten. Het was eind vijftiger jaren van de vorige eeuw. Nog niet zo lang op de lagere school. Ik stond wel te tollen, maar mijn gedachten waren bij iets anders. Ik probeerde me voor te stellen hoe lang het zou aanvoelen, voordat het 1964 zou zijn. Dan zou ik naar de grote school. Of ik al wist dat dat het gymnasium zou zijn? Over zes jaar dus. Het was niet voor te stellen, maar het was ook voor een kereltje als ik boeiend om zo de toekomst in te kijken.

Ontdekkingen...
Binnenkort vier ik in een feestelijke kerkdienst dat ik vijf en twintig jaar predikant ben. Een vriendin van begin dertig die ik net begin te leren kennen reageerde op dit bericht 'nou dan ben je ook al lang daar mee bezig'. Ach, je begint er een keer aan. Ik was toen 34 jaar. Iets ouder dan zij nu. Het was toen niet voorstelbaar dat ik het zo lang zou volhouden. De tijd verstrijkt echter gewoon. Je doet je werk. Soms is het niet leuk en zijn er spanningen. Vaker gaat het gewoon zijn gang en is het ook leuk om te doen. Zeker als er niet teveel druk op de week staat. Als er niet zondag nog een dienst is die je moet voorbereiden en de preek die je moet maken. Wat dat betreft doet het me heel goed dat ik sinds 2005 halftime als predikant ben gaan werken. Toen het full-time was vond ik het al wel eens knap veel eigenlijk. Zeker om gemiddeld iedere week het weer op te brengen om een preek te leveren. De voorbereiding kost al gauw een hele dag. Mensen zien dat niet. Dat is de keuken. Ondertussen zijn er tegen de 600 preken de deur uit gegaan. Heel veel bijbelgedeelten zijn zo langzamerhand de revue gepasseerd. Ik heb een heleboel bijgeleerd over waar het in die bijbelverhalen eigenlijk om draait. Steeds meer ontdek ik of hoor ik in het verhaal voor de zondag waar dit betreffende thema ook elders aan de orde is.

doorgeven

Graag organiseer ik jaarlijks bijbelse leerhuizen om iets van mijn ontdekkingen te delen met andere belangstellenden. Het verschijnsel Leerhuis is me ook dierbaar geworden. Het komt uit joodse achtergrond voort en het leren of 'lernen' waar het dan om gaat is een kwestie van heen en weer tussen leerling en leraar. De leerlingen leerden mij vaak iets en omgekeerd zal dat ook gebeurd zijn. Het is me steeds duidelijker geworden dat ik zelf weliswaar veel geleerd heb van de eigen studie van de bijbel en dat deed als beroepsactiviteit, als het uitoefenen van een vak. Toch voelde ik steeds meer dat ik net als de andere leerhuis- of kerkgangers ook maar gewoon een mens ben die toevallig net even meer gelegenheid had om me erin te verdiepen dan anderen en natuurlijk een zekere voorsprong daardoor opbouwde. Maar uiteindelijk doe ik het allemaal als gewoon mens, net als de anderen. Het is ook belangrijk om als gevolg daarvan niet boven de mensen te gaan staan en het gevoel op te wekken dat ik het allemaal wel weet. Vakmatig misschien het een en ander, maar niet als gelovend mens.Tegelijk is het belangrijk dat mensen daardoor wellicht meer beseffen dat ze ook zélf een en ander in te brengen hebben als bijbellezers. Al zijn het alleen al de vragen die ze hebben.

In de buurt
Maar het ging nooit alleen over bijbel en kerkdiensten. Meer en meer heb ik mijn andere predikantswerk verstaan als betrokken op de wereld waarin wij leven en niet enkel de kerkelijke wereld daarbij in het vizier gehad. Pastoraal werk (aandacht voor individuele mensen in een of andere nood of misschien juist vreugde) en vormingswerk kon ik in Amsterdam verbinden met buurtwerk. In Hoogezand-Sappemeer, mijn eerste gemeente, lag dat allemaal nog wat gescheiden als losse aandachtspunten naast elkaar. Enerzijds veelal intern bezoekwerk en anderzijds meewerken aan verschillende groepen en de totstandkoming ervan. Meewerken aan een reeds aanwezige DDR-werkgroep (contact met een partnergemeente in de DDR; eerst Lambrechsthagen en later Stendal). Mee oprichten van een werkgroep Arme Kant van Hoogezand-Sappemeer en een commissie voor culturele activiteiten in de prachtig gerestaureerde koepelkerk van Sappemeer. Betrekkelijk los van het dagelijkse gemeentewerk, maar wel duidelijk aanwezig was ook het oecumenische contact met gereformeerden en katholieken.
Altijd zocht ik naar verbinding tussen het dagelijkse gemeentewerk en dit soort gemeentegrens-overschrijdende contacten met anderen. In Amsterdam Geuzenveld-Slotermeer begon ik in januari 1994 als predikant te werken. Ik trof daar een begin van meer integratie tussen verschillende van deze typen van werk aan in de vorm van het oecumenische vormingswerk STIMULANS. Een werkgroep van de Raad van Kerken met oorspronkelijk de duidelijke onderdelen: rouwgroepenwerk; themamaanden en - avonden (actuele maatschappelijke en persoonlijke onderwerpen); bijbels leerhuiswerk en een DDR-werkgroep met een partnergemeente in Weimar. Deze meer gebundelde manier van werken trok mij indertijd naar Amsterdam. Nooit spijt van gehad.
Al weer een aantal jaren verder ondertussen heeft dit oecumenische vormingswerk een uitdrukkelijker buurtoriëntatie gekregen. Mede ook met hulp en grote inzet van kerk&buurtwerkers als Marchien Timmerman en Magda van der Wees. Met mijn uitdrukkelijke steun. Sinds deze werkers niet meer gefinancierd konden worden is aan mij het coördinatorschap toegevallen, sinds 2005. Een zwaartepunt in mijn gemeentewerk werd het. Gedurende de eerste jaren van deze eeuw is de aandacht voor mensen uit andere culturen en religies en de thematieken die dat met zich bracht meer naar voren gekomen en is een centraal thema geworden. Zie www.vantweekantenkomen.nl Naast het andere centrale thema: armoedebestrijding.

Ellips met twee brandpunten
Dat is wel het belangrijkste beeld waarin ik mijn werk ben gaan vatten. Wat ik geleerd heb dus. Kerk en buurt zijn de twee brandpunten en de samenhang ertussen is verbeeld in de ellips die die brandpunten bij elkaar houdt. Kerk-zijn kan niet zonder buurtoriëntatie (anders ben je aan het navelstaren en brandt je niet van binnen) en werken als kerk in de buurt kan niet zonder het putten van de brandstof die het lezen van de bijbel oplevert (anders kun je vervallen in puur actionisme en opbranden). Alleen zo kan ik kerk als instituut voor mezelf aannemen en daarin werken of functioneren. Een kerk waarin zo niet gewerkt wordt, zij het in aanzet, zou ik verlaten, want ik zou me er - persoonlijk gezegd - niet thuisvoelen. Wat ik hier zeg kan klinken als nieuwe dogma's, stelregels waar je je aan hebt te houden. Het zijn houvasten die mij in ieder geval een weg naar de toekomst wijzen. Dit beeld is ook verwerkt in de visietekst van STIMULANS (te vinden op www.deontmoeting-pka.nl ) Iets van organisatie heb je nodig om meer te doen dan enkel over jezelf na te denken en om systematisch iets voor een ander te kunnen doen die kwetsbaar is, mede vanwege de keiharde maatschappelijke omstandigheden. Vandaag de dag, zo sinds ik begon met werken, kun je haast wel zeggen, omstandigheden van neoliberaal kapitalisme. Afbraak van de publieke sector en de verzorgingsstaat in de richting van alles aan de markt over te laten. Een politiek beleid dat in het bijzonder kwetsbare mensen in hun existentie treft en rijken nog rijker maakt.
Dat ik dit allemaal zo kan zeggen is gevolg van ervaringen die ik opdeed en leerde in verband te brengen met wat ik ook leerde: hoe de maatschappelijke omstandigheden radicaal aan het veranderen zijn. Individuele mensen die aan mijn zorgen als predikant zijn opgedragen zijn niet los te zien van de maatschappelijke omstandigheden waarin we leven. Niet alles is daaraan op te hangen, maar veel meer wel dan men in kerken gewend is te doen. Ik ben scherper gaan zien dat kerkmensen gewoon buurtgenoten zijn, zij het christelijke buurtgenoten. Ik ben scherper gaan zien dat mijn pastorale werk (zorg voor individuele mensen in hun nood) niet los staat van een diaconale kijk op kerk-zijn (diaconaat als armoedebestrijding en als werken aan gerechtigheid en solidariteit om ons heen).
Tenslotte: Ik ben een boek aan het schrijven over 'de zending van de kerk in de buurt, in een globaliserende samenleving'. Het onderzoek en de reflectie die ik in verband daarmee pleeg, helpen me enorm om scherper in het werk te staan. Alles wat ik als predikant meemaak, alle mensen die ik in mijn werk tegenkom helpen me hierbij. Het gaat om hen en over mijzelf, voorzover ik natuurlijk behoor tot 'hen'. Ik ben ook maar een gewoon mens met behoeften en verlangens als ieder ander. Ik schrijf een boek, maar mede om dat te kunnen financieren, ben ik ook uit te nodigen voor bijeenkomsten over kerk, krisis en Neoliberalisme.



woensdag 26 september 2012

Mijn laatste daagje Italië.

Op Schiphol stap ik het plein voor het Plaza op de rillerig makende, miezerige Nederlandse wereld binnen. Ik heb erop gerekend. In Rome alvast mijn lange broek aangetrokken. Maar toch, verder enkel mijn kleurige bloes en nog mijn blote voeten in mijn sandalen. Koud! Twee hete weken Italië - Sicilië en Rome, een treinreis - worden als het ware weggevaagd met één veeg. Geen geweldig weer dus. Eén voordeel: de hitte is in één keer weg, ook al zit hij voorlopig nog in mijn lichaam. Een zekere verademing. Niet wetend dat een periode later we hier in vergelijkbare omstandigheden zullen komen te verkeren.

Cinecittá. De laatste dag in Rome. Wat zal ik nog eens doen? In de hitte is er niet veel puf om veel, om wat dan ook eigenlijk te doen. Ineens schiet het me te binnen. Ik wil altijd nog eens proberen of je van Cinecittá iets te zien kunt krijgen. Dat legendarische Italiaanse Hollywood waar mensen als Sophia Loren en Marcello Mastroianni rondliepen. Waar de beroemde filmmaker Federico Fellini zo van hield en van waaruit hij werkte, waar nog altijd een studio met zijn naam getooid heet te zijn. Iconen van heel bijzondere Italiaanse filmcultuur, waar er zo nog een paar van te bedenken zijn. Bertolucci niet te vergeten. Maar waar is dat in Godsnaam? Is het ver weg? Goed te bereiken?
Onder de grond is het koel. In het metrostation vlakbij mijn B&B-adres kijk ik op de plattegrond van de twee Metrolijnen die Rome rijk is. Het kan niet beter: dit station ligt aan de B-lijn waar ergens, een heel eind verder ook Cinecittá blijkt te liggen. De zaken gaan eens een keer heel voorspoedig. Ik zal mijn Filmstad te zien krijgen. Ik kom er boven de grond en zie het al vlakbij liggen. Hoef dus niet eens ver te lopen ook door de verzengende hitte. Maar wat zie ik al snel: Cinecittá Okkupata. Het is bezet. Er is actie. Al een maand lang blijken de werkers, de technici, de decormakers, de mensen van het licht en wellicht ook een enkele regisseur en acteur de zaak bezet te houden. Onder de bomen - het waait behoorlijk - vertoeven ze tussen tentjes, zitten ze aan lange tafels, lopen ze heen en weer, zijn ze in vergadering aan het overleggen. Vlaggen en spandoeken hangen in het rond.
'Nee tegen de speeltuin'. President Luigi Abete blijkt bedacht te hebben dat de hele boel op de schop moet en dat ze zich beter in de markt moeten plaatsen. Hij wil er een 'Theme Park World Cinecittá' van maken waar buitenlandse filmbedrijven kunnen neerstrijken met hun aanhang. Goedkope massafilms kunnen er dan gemaakt worden en de aanhang kan zich vermaken en baden in wellness-voorzieningen en attractiepark. Dat laatste samen met mensen uit Rome en omstreken die een dagje uit willen. De mensen die er nu hun brood verdienen en op hoog niveau filmtechnisch geschoold zijn vrezen hun werk te verliezen. Dat kan niet anders, zo menen ze.
Gaandeweg krijg ik door dat dit aan de hand is. Het cultuur afbrekende effect van marktdenken is natuurlijk ook hier zich aan het voltrekken in de maatschappelijke werkelijkheid van het mooie Italië. Bij ons moet 45% van het cultuuraanbod overgeleverd gaan worden aan de markt en moet maar zien hoe het overeind blijft. Goed geschoolde mensen zullen langzaam aan verdwijnen en vervangen worden natuurlijk door goedkopere krachten. Ik ben in één keer terug bij mijn studiethema van de laatste tijd, het Neoliberalisme. Ik was het even kwijt. Ik kom hier de metro nog niet uit of er staan mensen achter een standje met handtekeninglijsten. Ik vul mijn naam in. Geef journalist op als mijn functie. Gelijk komen er andere mensen op mij af die me uitvoerig komen vertellen wat hier aan de hand is. Mijn laatste daagje Italië.

zaterdag 30 juni 2012

Ondernemer worden - ik?

Vandaag een verhaal vanuit de persoonlijke kant van mijn Neoliberalisme-studie. Uiteindelijk ben ik zelf nota bene (voor wie mij kent: 'nota bene') ondernemer geworden door op free-lancebasis journalistiek en tekstschrijfwerk op poten te willen zetten naast mijn predikantschap in de andere helft van mijn tijd. Neoliberaal en ondernemingslustig denken zetten me aan tot dit waagstuk. Om aan werk te komen maak ik gebruik van neoliberale methoden van vandaag. Hoe zou het anders moeten? Het minste dat ik kan doen is me hier bewust van zijn. De in mijn blog van 27 april genoemde Accraverklaring van de World Alliance of Reformed Churchees (WARC) helpt me waakzaam te blijven. Zelfs om ook te bezien wat er wellicht voor positiefs aan dat Neoliberalisme te vinden is. In hoeverre het ook mij betovert.

Op dit moment geniet ik van een studieverlof vanwege mijn kerkelijke werk. Mijn studie van het Neoliberalisme is nog niet af. Er is de persoonlijke kant: wat heb ik er mee te maken in mijn (beroeps)leven? Maar ook: hoe werkt het marktfundamentalisme door in het leven en werken in een achterstandsbuurt waar ik in woon en werk? In Amsterdam Geuzenveld.Slotermeer? Over dit laatste een andere keer. Vandaag en misschien ook de volgende keer nog: de persoonlijke kant.

Ik heb geleerd om het Neoliberalisme als totaalsysteem van maatschappelijke organisatie, denken en handelen vandaag te zien. Er zit één kant aan waar direct kritiek op nodig is. Het is al veel te veel doorgedrongen en het brengt al teveel mensen direct in problemen. Ik noem dit de politiek-economische kant met vergaande sociale gevolgen. De organisatie van de marktwerking op alle terreinen van de samenleving die door de overheid wordt doorgevoerd middels:
- deregulering, zodat bedrijven niets meer in de weg ligt van overheidswege om tot  winstmaximalisatie en kapitaalopeenhoping (accumulatie) te komen
- privatisering van alle openbare en nutsbedrijven, maar ook van voorzieningen als onderwijs en gezondheidszorg en niet te vergeten van de cultuur, gepaard gaande met
- bezuinigingen op hoofdzakelijk, zo niet eenzijdig, deze 'zachte' sectoren van de samenleving waar vooral sociaal zwakkere groepen mee te maken hebben en waardoor meer groepen tot zwakke groepen worden.

Daarnaast zie ik twee andere kanten: de tendens tot product- en merkdenken in individuen en de vraag naar de verhouding tussen digitalisering en neoliberalisering van de samenleving. Over dit laatste ga ik het hier verder nu niet hebben. Wel over het eerste. Daar herken ik dingen bij mezelf in. Op verschillende manieren hebben deze twee benaderingen met het eerste te maken volgens mij. Ze zijn alleen wellicht wat ontspannener te bespreken wellicht. Ik vermoed ook de aanwezigheid hier en daar van gesprekspartners op deze punten onder wat neoliberaler denkende mensen. Het gaat hier over de doorwerking van dit totaal-systeem op denken en voelen van individuen. Die doorwerking is veel minder direct en scherp aanwijsbaar en vaak ook diffuus voor mensen zelf.

Gaan werken op free-lancebasis oftewel zzp-er worden maakte me plotseling ondernemer met een nummer bij de Kamer van Koophandel.  Ik kan, ja moet mijn beroepmatige bestaan, in dit verband, opvatten in termen van product- en merkdenken. Ik moet mijn schrijfwerk, artikelen en teksten als  producten in de markt zetten, wil ik het verkocht krijgen. Daartoe moet ik actief acquisitie bedrijven. Met behulp van bijvoorbeeld een blog als dit zet ik allereerst zelfs ook mezelf in de markt. Niet alleen de waarde van mijn arbeidskracht is aan de orde, waar Marx in zijn analyses nog van uit moest gaan. Maar mijn waarde als mens die ik bén.
Mijn skills en experience, mijn education en mijn past of current positions moeten op LinkedIn bijvoorbeeld verwoord worden. Ze maken iets zichtbaar van wie ik ben. Een blog of een, misschien onbetaald, onder mijn naam ergens geplaatst artikel zijn een vorm van advertentie: 'kijk, dit ben ik en dit kan je van mij verwachten'. Netwerkvorming is de werkwijze van vandaag. Friends werven op Facebook. Followers op Twitter. Connections op LinkedIn. Maar ook het min of meer gericht bezoeken van bijeenkomsten tot aan bruiloften en partijen en zelfs cafébezoek aan toe...het dient er allemaal toe om jezelf in de markt te zetten. Jezelf als advertentie aan te bieden of sterker nog: jezelf als 'merk' neer te zetten, wie IK ben, wat mijn waarde is. Het begrip waarde economisch/commercieel bekeken, niet bezien vanuit de mens of de condition humaine. Allemaal termen die ver van mij af stonden als politiek links denkend iemand en als werker in de kerk, zo niet mijn afschuw hadden.

Je kunt zeggen: zo is dat nu eenmaal vandaag de dag. Je kunt jezelf niet zomaar aan het systeem onttrekken, wil je tenminste nog wat lekkers op je brood hebben. Het leidt er alleen wel toe dat je haast berekenend in het leven komt te staan. Ontmoetingen zijn er haast niet meer om de ontmoeting alleen. Een ontmoeting tussen twee of meer mensen. Maar een ontmoeting vindt plaats onder het voorteken van de vraag: 'wat levert deze ontmoeting misschien op?' Het doet me sterk denken aan wat we in de Accraverklaring (zie blog 27 april 2012) horen over de zeggenschap die het neoliberale denken over het totale leven opeist. Evenals de kritiekloze overgave aan zo'n benadering: er is geen alternatief. Je kunt hier tegenover stellen: ik blijf in principe baas over wat ik voor inhouden in mijn teksten en artikelen ter sprake breng die ik onder eigen auspiciën verspreid. Tenzij ik op allerlei punten water in de wijn ga doen en 'follower of fashion' wordt, omdat dat beter betaalt. In mijn eigen teksten kan ik me per slot keren tegen het Neoliberalisme en met anderen nadenken over hoe het wellicht allemaal ook anders kan.

Er is de aanraking dus met een andere manier van kijken dan welke ik gewend was erop na te houden en wat ik voor menselijkerwijs gesproken verantwoord hield (een meer vanuit de mens en op samen-leven gerichte manier van kijken). Toch valt positief op dat er van verschillende kanten binnen deze manier van kijken juist ook op wordt aangedongen in de gaten te houden dat het om mensen gaat en niet om verkoopcijfers allereerst. Of dat nu als binnen-neoliberale kritiek op datzelfde Neoliberalisme moet worden verstaan of niet, of eventueel als een heel slim verkooppraatje, kan ik vooralsnog niet doorgronden.

Sinds de opkomst van Internet schieten de marktplaatsen uit de grond. Daar kan van alles op gekocht en verhandeld worden. Het komt nogal eens voor dat in de doelstelling van zo'n marktplaats juist ook opgenomen is de inzet om aan communitybuilding tussen kopers en verkopers te doen. Dat klinkt of is mijn ervaring in een aantal gevallen ook écht heel sympathiek. Dat is uiteindelijk toch ook het beeld van de Netwerk-'marktplaatsen' Facebook, Twitter en LinkedIn. Het wil mensen bij elkaar brengen en doet dat soms ook op een politiek doorwerkende manier (Verkiezing van Obama indertijd, de Egyptische roerselen).
Daarnaast kun je regelmatig van strategie-guru's te horen krijgen, die hun expertise ook nog eens om te beginnen gratis aanbieden, dat bij het leggen van contacten en het aangaan van ontmoetingen je vooral eerst, ja zelfs eerst en vooral het menselijke voor ogen moet houden. Met wie kom je gemakkelijk in gesprek of wie vind je gewoon aardig? Ook in de gesprekken die te vinden zijn in de themagroepen op LinkedIn bijvoorbeeld is dat bij deelnemers te merken. Mensen spreken vanuit zichzelf en vanuit de gedachte 'hoe kan ik iemand anders helpen?' Hier komen we dus de aangenamere en sympatiekere gezichten van het Neoliberalisme tegen. Dat lijkt dus ook te kunnen.
Ook al hebben we het hier wel minstens over mensen uit de Middenklasse en mensen die gewend zijn om zich verbaal uit te drukken en met hun hoofd te werken. Of mensen, die buiten hun handwerk zijn komen te staan en nu dan maar proberen als zzp-er zich een inkomen te verwerven, zich hier ook zo kunnen redden, vind ik nog wel een vraag. Nog helemaal afgezien van het feit dat free lancers in het algemeen gesproken toch al lastig aan de bak komen of met minder prijs voor hun product genoegen moeten nemen en qua rechtspositie er nog heel zwak voor staan. Alle toverhalen van strategie-guru's ten spijt die spreken van snel toch geld te kunnen genereren via Internet.

Nou, voor vandaag laat ik het hier maar bij. Is wel weer genoeg om op te kauwen, als je zover gekomen bent met lezen. Ik wijs jullie nog even op de mogelijkheid om mij een bijeenkomst te laten verzorgen over 'Kerk, krisis en neoliberalisme' (zie mijn eerste blog van 27 april 2012). Zeker werkgroepen, diaconieën of gemeenten/parochies kunnen zich met behulp van mijn verworven inzichten misschien ook verder laten brengen. Je hoeft me maar te mailen: j.p.gdijk@kpnplanet.nl. Verder alle vrienden en vriendinnen dank voor hun reacties op het verschijnen van mijn blog en op wat de inhoud ervan met hen doet. Ze schreven me via email of meldden op Facebook dat ze het 'leuk' vonden. Men kan natuurlijk ook reageren via een commentaar hieronder. Je kunt je ook opgeven als abonnee op mijn blog. Nu zal ik nog een tijdje zelf onder de aandacht brengen,wanneer er een nieuwe blog verschijnt. In de toekomst zal ik dat waarschijnlijk niet meer doen. Vast staat al wel dat ik probeer rond het eind van iedere maand iets te schrijven.

Hartelijke groet,
Han

woensdag 6 juni 2012

Getting acquainted.

At the 27th of April, I  began writing blogs. I will try to write one every month. Not always in English. Normally in Dutch. In the LinkedIn-group 'Writers and Bloggers' I asked, what I should do. Writing my blogs in English or in Dutch as my native language?

During a long time one of the barriers to at last start writing a blog was: in what language shall I do that? Next to this also: what about shall I write and how does it technically spoken works? Of course most of my potential readers would be Dutch people. Friends and colleagues. But I have also friends in different other countries. They do not (yet?) speak my language. In many talks one could communicate something.Sometimes written texts are so much farther reaching. One can read it once again and maybe at an other moment,sothat maybe an other light falls upon the same expressed thoughts.

In the meanwhile I got Facebook-friends  in various different areas of the world and LinkedInconnections as well.  The new Facebookfriends from all over the world keep on being quite amorf, when I never hear a bit more of them and they not of me. Facebook/friends are more interested in personal things. LinkedInconnections are more abstractly spoken ´connections´. A network. I can feel a kind a kind of solidarity, because I hope we can be of some help for each other. A bit more directed on professional life and on Dutch speaking people than on personal stuff. As a journalist I am working with and in Dutch speaking language. Along this way I also hope to find work which generates money, for a part of my living.

At the same time I do appreciate the international LinkedIncontact with people in the same (especially)writing, editing and journalistisc fields of my professional life. Important was for me in this respect the nice experience with people from ´Writers and Bloggers´, coming from all over the world. They wanted to help me getting an answer on the matter ofin what language I should write. That gave me a real feeling of a bigger community I am in, worldwide, without knowing that before.
A Sicilian poet said he writes poems in Sicilian/Italian. It was in that language/dialect he was finding his poetic themes. But translated into English he could share with other people in the world. An Indian person found it better writing in English directly, because Eng,ish is a worldlanguage. A Dutch writer of childrenstories at her turn feels the richness also of the Dutch language. She could and would not lay that aside. All these voices from unknown people helped me to find an answer on my question± fundamentally I will write in Dutch and so everey now and then in English.

Who I am. I said LinkedIn for me is more directed on Dutch speaking people. Along this way I also hope to find work that generates money, for a part of my living. A part of my living...that means there is also an other part. Half-time I am working as a minister in the Protestant Church in the Netherlands, for twenty-five years now. Some ten years ago I felt not only wanting to be minister during the rest of my professional life.I always also wanted being active on scientific research and journalistic writing or a combination of both. The year 2005 was a turning point. I could transform my ministerial activity into work on a half-time basis, in the same congegation in Amsterdam New-West. In this way I could start writing a book and building at a praxis as a free lance journalist. In order to really fnd time and thereby concentration for writing I work the one week full-time  as a minister and the other week I can fully dedicate to these other ambitions. I also got to rent a small apartment in Deventer, a nice town in the east of our country. From January last year onwards. So, I am separating both of my working fields in time and in space.

My themes. The theme of my book is ´The mission of the church, in a globalizing situation´. Not yet the definite title of my book. So, the connection between church and society is my main theme here. It is a reflection on my work together with many others from different backgrounds in the neighbourhood. A part of the city of Amsterdam, where there are living many Dutch people from Maroccan and Turkish background and where many are living on the poor side of life. What should be our goals as a church in such a situation and why should we be active on these themes?
Important matter of research are here the questions on ´religion´ and on in what globalizing society-system we are living. ´Religion´ must be looked upon as a much broader field than what can be summarized in the different one-liners one can hear around. Such as ´Religion creates violence, it is only dangerous, fundamentalist thinking and it has only connections to personal/individual life´.
The other important matter of research is the experience of living i a globalizing world influenced by ICT and not only in our own little neighbourhood.  And also - what influence has neoliberal thinking and practice of austerity, privatization and deregulation on the lives of especially poorer people? How deep is the impact of the neoliberalist ideology on our lives? Positive or negative?

This general theme of my book and the research on it in détails generate a great amount of derived sub/themes where about I can easily write. You can think of intercultural/interreligious life, social-economic and political developments around the actual crisis, the content of poverty for people who get to pay this crisis, healthcare-situiation in the neighbourhood. This kind of themes can be written about without an explicit connection tomy christian background.
In my LinkedIn-profile I showed a further article-scopus - experience with the new social media, living knowledge of psychology of borderliner, experiences with dating-sites, travel- and atmosphere-stories (f.e. Italy, Great-Britain, Germany, Norway), development of socialism in Cuba, healthcare and market, history (research about resistance-movement in Worldwar II). So, as you see, all together quite different issues. Not so much day-journalism, but stuff for backgroundarticles. Not somuch for the front-page, but for magazines or weekend enclosures or even little books.

In this blog I wanted to give some first information on who I am. For people who I did not know from before. As sunjects for the future ofmy blog-writing you migth imagine a theme out of this broad spectrum of themes. Not a summary of my Dutch texts, but for Dutch-speaking people something which migth also be interesting for them. In this way will become clear that my life itself and the development of what is interesting me at some certain moment is like a flowing caleidoscope.




































vrijdag 27 april 2012

Is er maar één verantwoordelijke weg?

Na een lange voorbereidingstijd is het dan nu zover. Ik waag de stap naar een blog. Hoe regelmatig die zal verschijnen kan ik nu nog niet zeggen. Het begin valt samen met een aankondiging die ik breed wil verspreiden. Overigens niet minder spannend dan het beginnen van een blog. Willen mensen die blog lezen? Zal het steeds ergens over kunnen gaan dat de moeite van lezen waard is? Al in de periode nog met Sabine stelde ik vast dat het tot zo iets als dit moest komen. Nu is het dan zo ver. Toch ook wel een zekere opluchting. Een duidelijke stap verder. Nog net voor een nieuwe periode studieverlof begint en dus een paar maanden accent op onderzoek en boekschrijverij en niet op het directe journalistieke werk. Maar ten aanzien van wat ik zo zal aankondigen: heb ik al genoeg in huis om met mensen een begin van een gesprek te voeren dat verder helpt, maar waar nog wel hiaten liggen?

De aankondiging dan nu maar direct:: Ik ben beschikbaar voor avonden met gesprek over 'Hoe zit dat toch met die krisis? Is er een alternatief?'
Een avond over Kerk, krisis en Neoliberalisme. Geen pasklare antwoorden. Een bespreking van wat de Accra-verklaring (2004), een verklaring van hervormd/gerefromeerde kerken, ons over deze vragen aanreikt. Eventueel een consultatie over hoe hier werk van te maken. Langzamerhand wordt het duidelijker: het samenhang brengende woord in alle flarden van bezuinigingen en privatiseringen die over ons heen worden uitgegoten is 'Neoliberalisme'.
Dit aanbod is bedoeld voor werkgroepen, diaconieën en gemeenten. Je kunt me uitnodigen. De in rekening gebrachte kosten functioneren als een soort medefinanciering van schrijven en uitgeven van een boek over 'de zending van de kerk in de buurt, gezien in een globaliserende samenleving'. (j.p.gdijk@kpnplanet.nl)

De toelichtende tekst op deze aankondiging lag er eigenlijk al even. Die moest echter bijgesteld worden. Nu net in deze week maken we het demissionair worden van het welhaast merkwaardigste kabinet mee dat Nederland tot nu toe kende: een minderheidskabinet met gedoogsteun van extreem-rechtse Wilders en consorten nota bene. Dit demissionair worden leverde deze week wederom een uiterst merkwaardige gang der dingen op. Voor 30 april moet een huiswerklijstje worden ingeleverd bij de EU. Daarbij moeten we toch wel het braafste neoliberale jongetje van de klas blijven. Dat heet dan 'verantwoordelijkheid nemen voor het land'. Maar is er maar één verantwoordelijke weg?
Het wordt ons ingepeperd: Als je nu niet de weg van CDA-minister de Jager volgt, ben je onverantwoord bezig en loop je het risico niet in de volgende regering te komen. Als schoothondjes bijna lopen de Christenunie, Groenlinks en D'66 achter de regering aan. In plaats van dat grondig bekeken wordt wat verantwoord is aan de koers van de PvdA en de SP en onverantwoord aan die van de Jager en de zijnen, worden zij ondemocratisch ter zijde geschoven. Zij tellen niet mee. Zij willen niet meewerken, die dekselse partijen. De PVV telt natuurljk al helemaal niet meer mee. De harde, puur neoliberale koers van de VVD is afgezwakt. Dat wel. Maar nu? Er is bijna zo iets als een 'EU-waardig' papier en het lijkt alsof de dag van de democratie aan de orde is. Een wonder is het genoemd. Zouden we juist dan niet beter wat terughoudender moeten zijn?

Hoe zit dat toch met die krisis? Zijn er geen echte alternatieven voor bestrijding ervan? Onlangs maakte ik een studie van de Accra-verklaring van de World Association of Reformed Churches.Weliswaar al weer van 2004. Daarom echter niet minder actueel, komt me voor. Neoliberalisme is de term die gehanteerd wordt om samenhang te brengen in wereldwijd toegepaste politiek ter orgnanisatie van de economie. Een politiek van bovenaf: deregulering; bezuinigingen op sociale en zachte, niet winst brengende sectoren van de samenleving; privatisering van overheidsdiensten. Wereldwijd is dat al sinds de tachtiger jaren van de vorige eeuw het recept voor de oplossing van alle sociaal-economische problemen.
Theologisch-kerkelijk gesproken wordt de kritiek geuit dat deze ideologie het totale leven wil beïnvloeden, wil dat we ons aan dat denken overgeven en het veroorzaakt betovering. Alsof er geen andere begaanbare wegen zijn. Gesteld wordt dat minstens op dat vlak bijbelse en theologische kritiek nodig en mogelijk is. De overgave tot uitdrukking brengende aanbidding van Geld, Markt en Winst is een vorm van te bestrijden afgoderij, aldus de Verklaring.

Verantwoord is hier volgens mij om uitgaande van de onderkant van de samenleving naar wérkelijke oplossingen te zoeken en waar nodig je voor te bereiden op strijd. Die strijd is zeker nodig op sociaal-economisch vlak. Misschien wat minder dringend op andere terreinen waar het Neoliberalisme zich breed maakt, als manier van ondernemend denken: op cultureel en technologisch niveau.
Veel mensen zeggen hun baan op en beginnen voor zichzelf. Zij zien veel meer terecht komen van hun eigen talenten en kunnen werken, zoals ze zelf willen. Ze gaan op free lance basis werken en worden zzp-er. Wel een griezelige stap in een volstrekt duistere toekomst, maar aantrekkelijk. Je bent eigen baas.
Op het vlak van de ic-technologie zien we marktplaatsen van de meest uiteenlopende snit ontstaan. Er staan nog wel eens mensen, vaak heel jonge mensen, achter die hier bakken geld mee verdienen, maar uiterst uiteenlopende zaken en diensten kun je via Internet tegenwoordig verkrijgen. De nieuwe sociale media als Facebook, Twitter en LinkedIn staan daarbij het meest in het zoeklicht. Zzp-ers hebben het echter qua materiële positie nog helemaal niet zo goed. Ze verdienen vaak onder de maat en verzekerd zijn ze nauwelijks. Het doordringen van productdenken en jezelf in de markt zetten in het helemenselijke bestaan heeft zijn problematische kanten. het versterkt egocentrisme en graaizucht. Bijzonder is echter dat toch ook vormen van gemeenschap (community) ontstaan, gebasserd op een win-win-situatie. Ook,tenslotte, is juist op het vlak van deze technologie veel aan de hand dat de krisis mee bewerkt of in stand houdt, mogelijk zelfs verergert. Pakketten van financiële 'producten', de ondoorzichtige derivatenhandel, staan colstrekt los van de materiële werklijkheid. Zij suggereren een nieuwe werkelijkheid die niet gespeend is van pure illusie. Maar dat geeft niet, als er op korte termijn maar aan verdiend wordt.

Nodig me uit en we hebben een bijzondere bijeenkomst. Ook innde voorbereiding van de verkiezingen en de meningsvorming daarom heen die nodig is om te weten wat je moet stemmen. Deze bijeenkomsten kunnen plekken zijn waar over deze en nog meer aspecten kan worden nagedacht. Mogelijk kunnen er vormen van werk ontstaan die debat of strijd kunnen bevorderen met betrekking tot de nieuwe werkelijkhehden van vandaag.

Han Dijk.