zondag 17 maart 2013

De machten aanbidden?

Van de winter heb ik in het kader van mijn betrokkenheid als predikant bij het kerk&buurtwerk van STIMULANS in Amsterdam Geuzenveld-Slotermeer een Bijbels Leerhuis begeleid onder de titel 'God en de goden - een houvast? opium van het volk?' Vandaag de dag is niet altijd duidelijk wie God is en wat de (af)goden. Het was niet de bedoeling om te moraliseren en te zeggen dat mensen het verkeerd doen of zien. Wel dat we inzien dat we ook vandaag in een krachtenveld staan dat ertoe noopt om keuzes te maken. Welke weg wijst ten leven, welke ten dode? Onder de oppervlakte wat mij betreft de vraag of we voor een sociale of een liberale politiek opteren.

Betrouwbare krachten
In de uitnodigingsbrief stond:
'over wie hebben we het, als we over God praten? Wie of wat zijn de (af)goden? De begrippen God en god zijn de zelfde begrippen immers? Het begrip 'goden' is ook te vervangen door 'machten'. De vraag is dan: welke machten en krachten spelen een rol in ons leven en in de samenleving? Welke krachten zijn betrouwbaar? Waarop vertrouwen mensen? Waarop vertrouwen wij, vertrouw jij?'
In de bijbel zijn hier steeds spanningen aan de orde. We wilden kijken naar waar die spanningen over gaan in termen van vandaag. Misschien ken je de verhalen over de god Mammon (grofweg: het geld) of over steun zoeken door mensen bij het Gouden Kalf.

Er is meer aan de hand
Wat ik hier vooral van mijn onkerkelijke en wellicht humanistische, agnostische of atheïstische lezers en lezeressen vraag is het volgende: stel je voor een keer open voor inhoudelijke en achtergrondvragen ten aanzien van een religie, in dit geval het christendom. Probeer mee te kijken naar hoe in zo'n samenhang geprobeerd wordt maatschappelijke en samenlevingsvragen aan te snijden. Denk niet te gauw of blijf niet daarin steken, dat het hier om theologische muggenziifterij gaat of over het oprekken van het begrip religie (Dick Pels in 'Opium van het volk'). Er is zoveel meer aan de hand, wanneer we over religie praten dan dat we alles over één kam zouden kunnen scheren en het enkel in een hokje van achterlijkheid of voedingsbodem voor geweld zouden kunnen plaatsen.
Zelfs vraag ik je niet om neutraal mee te kijken. Kun je ook zien dat er standpunten op het religieuze veld worden ingenomen waar je je bij aan kunt sluiten of juist je tegen af kunt zetten? Het is niet koekoek-éénzang binnen religies, binnen de kerken. Je kunt religie noch in het algemeen wegschrijven of zelfs weg schelden noch als onaanraakbaar beschouwen, want we hebben respect voor mensen. Er kunnen bondgenootschappen ontstaan over grenzen van religie en levensbeschouwing heen, als ook jij het aandurft om gewoon mee te denken en te discussiëren. Laat mensen als mij niet alleen en in de kou staan of sluit ze niet op in een afgesloten 'terrein van de samenleving. Achter de voordeur bij voorkeur. Dat is enkel een versterking van de onjuiste gedachte dat religie koekoek-éénzang zou zijn. Alsof het niet gewoon dwars door de hele maatschappij en alle meningsverschillen en spanningen van ideologische aard heen zou bestaan. Naast andere wijzen van denken en leven, zoals humanisme, agnosticisme of atheïsme. Beschouw mijn bijdrage minstens als informatie die je zo anders niet zou krijgen.

Bevrijdende krachten
Het begrip God en goden krijgt misschien vooral kleur via de aanduiding machten en krachten. Dat is een meer hedendaagse aanduiding van een weliswaar lastig verschijnsel, waar echter volgens mij allen wel zo hun gedachten of vragen bij hebben. Hieronder enkele invullingen van dit begrip, zoals we dat in de bijbel kunnen vinden.

1. In de Tien Geboden komen we een eerste aanduding van het begrip goden in het Oude Testament tegen. Vanwege de fundamentele betekenis van de Tien Geboden voor een verstaan van wat in de bijbel centraal staat (het houden van de Tora) kijken we daar eerst naar. We mogen volgens die geboden van God naast hem geen andere goden dienen noch van wat ook maar in de hemel of de aarde een afbeelding maken waar we vervolgens voor knielen. Ons aan overgeven. Daardoor vereren we die afbeelding als iets dat macht krijgt over ons. Waarom mag dat niet? De Tien Geboden beginnen met de verwijzing naar God als degene die het volk Israël uit de slavernij en verdrukking in Egypte heeft bevrijd (in Marx' Opiumtekst 'zuchtende creatuur'). Andere goden dan God aanbidden wil dan zeggen dat we machten aanbidden die als zodanig niet bevrijdend zijn en die ons wegvoeren van de bevrijdende God. Hem dienen is zich die bevrijding voortdurend realiseren en in de geest van die bevrijding zelf handelen. Andere goden dienen geen bevrijding, maar onderdrukking, kun je zeggen. Op zijn minst is het de vraag in hoeverre dat zo is. Met de filosoof Immanuël Kant: 'cui bono?' Of: voor wie is het goed?

2. In Psalm 82 krijgen we te horen dat God deel uitmaakt van de Raad van Goden. Met andere woorden er wordt door de bijbel wel degelijk van uitgegaan dat er ook andere goden en machten bestaan in  deze wereld. Of er nu uitgegaan wordt van God als de Ene (Deut. 6, dé Joodse geloofsbelijdenis) of niet, doet daar niets aan af. Dat zegt hooguit dat tegenover die andere godenmachten er één volstrekt ándere macht staat: God. Door Joodse mensen voor alle zekerheid met een andere naam aangeduid, opdat we de boel niet door elkaar halen: 'De Naam' of 'de Eeuwige hij zij geprezen' of 'mijn Heer, Adonai'. God oefent in de Godenvergadering kritiek op hen uit. Door wat hij over de andere goden zegt, wordt tegelijk iets gezegd over wie Gód dan is. Samenvattend horen we hem zeggen: 'hoe lang nog oordeelt u onrechtvaardig en kiest u partij voor wie kwaad doen?'

3. In Psalm 115  krijgen we een andere dimensie van verstaan te horen. Ook deze klinkt op allerlei manieren door de hele bijbel heen. De afgoden van de 'heidenen/de volkeren' zijn 'zilver en goud, het werk van mensenhanden, zij hebben een mond, maar spreken niet...wie hen maakten, zullen worden als zij'. Wat hier meespeelt is de gedachte dat goden door mensen gemaakt worden, terwijl Gód ménsen maakt. Hij of zij schept hen naar zijn of haar beeld en gelijkenis. Dat wil zeggen: zij die op hem vertrouwen zullen ook zelf bevrijdend in het leven staan. De goden zwijgen en zijn onbeweeglijk. Je kunt hen roepen wat je maar wilt, maar antwoorden zullen ze niet.

4.  Als laatste voorbeeld een toespitsing van de verschillende benaderingen uit het Oude Testament die in het Nieuwe Testament te vinden is, in Lucas 16. Jezus vertelt een verhaal van een rentmeester die omdraait als een blad aan de boom, als blijkt dat zijn heer niet accepteert, wanneer hij woekerrentes blijft heffen van hen aan wie hij bepaalde goederen te leen gaf. Zij moeten hem boven de prijs terug betalen. Hij keert om en gaat zich als een rechtvaardig rentmeester gedragen. Dat wil zeggen volgens de insteek van de Tora, de wet van Mozes: van 'graaier' wordt hij 'kwijtschelder'. Hij gaat de onmogelijkheid begrijpen van het tegelijk Mammon (= geld, winst, marktwerking) en God dienen. Misschien wordt wel nergens zo duidelijk wat we vandaag met goden en machten te maken hebben als hier. We hebben het vaak niet door of vinden misschien dat het allemaal wel meevalt of ook we werken er bewust aan. Zodra het structureel zo is dat de armen de klos worden van de zich opstapelende bezuinigingen en privatiseringsmaatregelen, van het Neoliberalisme kortom, is er iets mis. Laten we dat zonder protest gebeuren, dan konden we we ons in feite wel eens bezig zijn over te geven aan de macht van Mammon en aanbidden we hem in feite.

'Kerk en crisis'.
Vragen naar wat de (af)goden en machten in deze wereld zijn blijkt tegelijk een vraag naar 'wie is God?' En ook: 'welke weg leidt ten leven en welke ten dode?' Een vraag dus naar het juiste handelen. God en goden leggen elkaar wederzijds uit, als elkaars tegendeel. Met tientallen artikelen valt dit verhaal verder uit te breiden. Die wil ik ook graag schrijven. In ieder geval zal dat gebeuren in het boek dat ik bezig ben te schrijven over de 'zending van de kerk in de buurt, gezien in een globaliserende samenhang' (werktitel). Ik ben beschikbaar om over 'Kerk en crisis' uiteenlopende verhalen te komen houden voor wie daar in geïnteresseerd is. In eerdere blogs heb ik daar al eens van gerept. Onlangs nog schreef ik een artikel over 'Neoliberalisme en de tijdgeest' in het PKN-kaderblad Woord en Dienst.

Han Dijk.