woensdag 30 december 2015

Het worden weer Schiere monniken.

Of het schiere (waar je het mee eens kunt zijn) monniken geworden zijn, valt niet zomaar te zeggen. Geen een is mij meer bekend. Ze lopen wel in pij op straat tegenwoordig, zoals de recente documentaire voor tv laat zien. Dat is een stap terug ten opzichte van de tijd dat ik ze kende en toen het er nog heel wat waren. Toen zijn verschillenden buiten een gewoon pak gaan dragen. Ze hoorden bij de samenleving. Ze waren niet exotisch en het apegapen waard. Ik heb het over de monniken van Abdij Sion, Diepenveen. Ze moeten verhuizen, omdat ze het in het te groot geworden klooster niet redden. Een goede, want historisch verantwoorde keuze, dat zeker, om Schiermonnikoog weer een plek te maken waar Schiere (grijsgrauwe, vandaag zwart-witte) monniken rond lopen en een woon- en vierstee krijgen.

Nieuwswaarde, herinneringen
Opmerkelijk zoveel nieuwswaarde deze verhuizing kennelijk heeft. Getuige kranten en tv. Maar ook diverse Facebook-reacties uit het hele land, zij het verschillenden van mensen die ik uit Groningen ken, toen ik daar studeerde. Maar ook hier in Deventer waar deze monniken vandaag vandaan komen, omdat de gemeente Diepenveen al enkele jaren geleden opgeslokt is door de gemeente Deventer. Verschillende mensen hebben het erover, alsof het klooster niet alleen bekend was in deze contreien, maar dat het ook een bepaalde betekenis had. Minstens vriendelijk bejegend werd. Niet alleen door katholieken. Nou, mooi, want zo'n vriendelijke bejegening wens ik de kloosterlingen van vandaag ook toe.

Zoals gewoonlijk ben ik in het holletje van het jaar altijd wat met herinneringen bezig. Ze komen vanzelf op, als ik naar de top 2000 luister of kijk. Het nieuws over Sion is echter ook zo'n feit dat direct herinneringen op doet komen. Ongeveer aan dezelfde tijd, de eind zestiger en zeventiger jaren van de vorige eeuw. Er was een levendig oecumenisch contact tussen de hervormde gemeente Wesepe en het klooster, met de paters. Mijn moeder, domineesvrouw, mocht er zelfs binnen het slot komen. Dat wil zeggen binnen dát gedeelte van het klooster waar niet-kloosterlingen niet welkom waren en zeker vrouwen niet, waar ze zichzelf konden zijn. Het was de tijd dat de monniken van Sion graag naar Wesepe (dorp tussen Deventer en Raalte met een overheersend hervormde bevolking) kwamen in de Kerstnachtdienst om liederen ten gehore te brengen en mee te zingen. Ze kwamen vermoedelijk ook graag, omdat ze even onder de gewone mensen konden zijn dan en op de pastorie een kopje koffie mochten komen drinken. Het was de tijd dat we met een jongerenkoor uit Wesepe in de kapel van het klooster mochten zingen. Speciaal op Witte Donderdag.

Dagelijks leven
Met verschillende individuele paters waren er contacten. Die kwamen soms ook uit zichzelf aanwaaien. Pater Thomas kwam regelmatig een theologisch en maatschappelijk gesprek voeren. Hem hebben mijn zus Désiréé en ik ooit voor het Deventer Dagblad een interview afgenomen. De krant gaf lezers daartoe gelegenheid toen. Pater Leon kwam als mede-Leidenaar nog wel eens langs (mijn vader woonde lange tijd in Leiden), maar vooral ook als muziek- en liturgieliefhebber (als cantor van het klooster). Bijzonder was dat hij eens wilde horen van welke muziek ik hield. Hij wilde de muziek van die dagen leren kennen. Hij wilde jongeren leren kennen. Pink Floyd, Santana en Jimi Hendrix, maar ook 'A whiter shade of pale' van Procol Harum kreeg hij te horen. Vast ook, mijn favorieten kennende, zullen de Rolling Stones niet ontbroken hebben. Aan het einde van mijn schooltijd, bij het eindexamenfeest dat mijn huidige huiseigenaar Bart en ik hielden, was hij nota bene de disc jockey. Hij had geweldige muziekinstallaties gemaakt en nam er een mee om te gebruiken tijdens dat feest.
Dan was er pater Augustinus, de organist bij de koorzang. Hij kwam soms zo maar langs op een ochtend, op zijn fiets. Hij wel in pij trouwens. Gewapend met tassen vol bladmuziek. Hij kwam na een kopje koffie graag op de piano van mijn moeder spelen. In het kader van het oecumenische werk in Wesepe kwamen dan tenslotte de paters Rainerus en Lebuinus nogal eens over de vloer. Zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan. Het kwam zover dat op de verjaardagen van mijn ouders altijd een delegatie van het klooster, incl. Vader Abt, een glaasje mee kwam drinken.
Een verhaal als dit kunnen niet veel mensen vertellen, wil ik wedden. Zeker na lange tijd kan ik zeggen dat dit dus eigenlijk heel bijzonder was. Toen hoorde het zo ongeveer bij het dagelijkse leven.

In de serene kloostergangen
Een heel bijzondere dimensie van dit contact was wel dat ik zelf van tijd tot tijd een weekje in het klooster mocht doorbrengen. Binnen. Niet in het gastenverblijf, maar echt binnen, op een monnikencel. Ik mocht mee zingen in het koor, bij alle getijden, in de koorbanken - mijn mooiste en grondleggende oecumenische ervaring - en ik mocht mee eten in de refter. Genieten van de stilte tijdens het eten. Enkel tikkende messen en vorken te horen op de borden van email. Mijn bord ophouden voor een pater of broeder die langs kwam om je te bedienen. De pater van dienst las uit een stichtelijk werk voor. Het enige dat er aan stemgeluid viel te horen tijdens zo'n middagmaaltijd. De ellende was alleen, voor mij tenminste, dat voorgelezen werd uit een werk van de Hongaarse bisschop Mindzenty. Dat was voor mij eerder anti-mystiek en anti-spiritueel. Enkel anti-communistische klanken waren te horen. Van die typische Koude Oorlogsklanken waar zelfs geen zweem van wil tot dialoog te horen viel. In een tijd waarin ik steeds linkser werd was dat bijna om onpasselijk van te worden.
Wat individuele monniken van dat geklets vonden, weet ik niet. Misschien vonden ze het wel een voorbeeld van de maatschappijbetrokkenheid van die dagen. Maar ik begon er ook niet over, als ik met verschillenden van hen samen was. Het was eigenlijk niet de sfeer die daar heerste. Er was bij velen grote openheid ten aanzien van andersdenkenden. In het gastenverblijf waren in die dagen velen die na een politieke strijdperiode in studenten- en democratiseringsbeweging kwamen afkicken en tot rust komen. De term 'alternatief' had toen nog geen gebroken betekenis. Het kon ook slaan op de hippie- en liefde-alom-beweging van die dagen. Vaak waren het dezelfde mensen. De politiek- en mystiekgeïnteresseerden. Zij het misschien wel met verschillende accenten. De een meer politiek en de ander meer mystiek geïnteresseerd. Iets daarvan is in de muziekinteresse van mensen te bespeuren voor groepen als Pink Floyd, Janis Joplin, The Grateful Dead en noem ze maar op uit de hoek van Westcoast-, Underground-, Blues- en Folkmusic. Leon hield rond deze muziek op donderdagavonden sessies. In een ruimte van het gastenverblijf in het klooster stonden de kaarsen aan, de stoelen aan de kant, de kussens op de vloer, vers geplukte bossen bloemen in het midden. Er werd nog net niet geblowd. Maar het zou er prima passen.

'Stilte, zekerheid, verlangen'
Serene stilte
brengt de raderen in beweging
Hallucinatie
van de donkere kloostergangen
als de binnenkamer
van de wereld
met een venster
op de eeuwigheid
zwart-wit
heit de klepel
maar weet ik waar die hangt?
het eeuwige
raakt hier de eeuwigheid
dat is de enige zekerheid
het verlangen
speelt de hoofdrol
in het stuk
van het leven
maar verlangen waarnaar?
bestaat er een uitkomst?
(29 juni 1972)

Han Dijk.

zaterdag 7 november 2015

'En? Al met een nieuw boek bezig?'

Een vraag die me zeker ondertussen in Deventer nog al eens tegemoet komt. Daar is 'Op de grens tussen werelden' per slot eerder gepresenteerd en hadden meer mensen het al in handen. Wat moet een schrijvend mens anders doen, als het boek uitgekomen is? Mensen hebben daar begrijpelijk geen voorstelling van. Ook niet over hoe zo'n boek tot stand komt.
Om te beginnen moeten er wel eerst verhalen worden geschreven, als het een zelfde type boek moet worden. Of sterker: ze moeten eerst wel worden beleefd. Het zijn immers geen verzinsels? Het opschrijven ervan is ook niet een kwestie van gaan zitten en schrijven. Het kost tijd om je hoofd daartoe leeg te krijgen en tijd echt vrij daarvoor te maken. Nu zijn er al verschillenden die mij dan denken te helpen: kijk, een nieuw verhaal hier. Op zich wel een positief teken natuurlijk dat mensen met je mee zijn gaan denken. Ze zijn mij dichtbij zich gaan voelen. Eigenlijk bijna zoiets van dat ik verantwoordelijk ervoor word om hún verhalen op te schrijven, want zij maken van zo'n verhaal wellicht deel uit. Ze zouden zo'n verhaal dan ook graag weer te lezen krijgen. Ze zouden er voor een stukje onsterfelijk door worden. Een interessante cirkel. Dat krijg ik er echter vermoedelijk van, als ik zeg: 'ik schrijf voor jou'. Dan leggen sommige mensen iets daarvan bij je terug. Misschien ook omdat ze menen het zelf niet te kunnen, schrijven.

Zorgen dat het verkocht wordt
Voorlopig ben ik nog wel even bezig met het na-werk bij de productie en alles wat dáár ook vooraf al bij kwam kijken: zorgen dat het verkocht wordt. Zelfs eerder een blog schrijven kwam er nog niet van.

Gelukkig geen treurige, zakelijke en materiële aangelegenheid dit na-werk. Het gaat met heel veel gesprekken over het boek gepaard. Vaak heel leuke gesprekken. Korte en soms heel lange. Verrassend wel. Soms zelfs gewoon op straat, als ik mensen tegen kom. Die beginnen zomaar over het boek te praten. Over de inhoud, omdat ze zo langzamerhand leeservaringen beginnen te krijgen. Of omdat ze die bijzondere presentatie

                                                                                   

bij de markante boom aan de oever van de IJssel begin augustus moesten missen. Maar ook in het café. Kom je met onbekende mensen aan de praat, dan komt onherroepelijk het gesprek op 'en wat doe jij dan zoal?' Vertel ik bij wijze van spreken slechts in een bijzin net een boek uitgegeven te hebben... hup daar gaat ie dan weer. Het zoveelste gesprek. Ook soms over hoe een boek tot stand komt trouwens. Mensen zijn geïnteresseerd en benieuwd. En er is weer een boek verkocht. Of de verkoop in het algemeen goed loopt, valt nog nauwelijks te zeggen. Ook niet nu ondertussen, op 24 oktober jl. , er ook in Amsterdam een presentatie was. Pas nu begint het langzaam aan in meer boekhandels te liggen.
Op een gegeven moment kreeg ik zomaar van iemand die ik niet eens zo heel goed ken een mailtje met het foto-bewijsstuk bijgevoegd: het boek ligt pontificaal in de etalage van boekhandel Praamstra, dé boekhandel in Deventer. Het heeft er sinds de verschijning heel lang gelegen plus nog een stapeltje op de eerste tafel bij binnenkomst. Chrisjan van Marissing, een vooraanstaande man in die boekhandel sprak de voor een behoorlijk onbekende debutant als ik ben bemoedigende woorden: 'Ach ja, iets moet eerst op gang komen. Je hoeft het schrijven niet direct op te geven, als je niet in de top tien belandt'. Iemand uit het boekenvak dus die niet allereerst denkt in termen van winst en verkoopcijfers. Heeft men een zelfde geduld in BRUNA-zaken, waar die ligt?
Een heel ander gesprek kreeg ik te voeren met Monique Burger van de Nieuwe Boekhandel in de wijk Bos en Lommer in Amsterdam. Ze zou het leuk vinden, als ik haar concept van werken nog eens onder de aandacht wilde brengen. Inderdaad als je haar nieuwsbrief ziet, dan kun je bijna omvallen van de diverse lees- en schrijfactiviteiten die ze aanbiedt. Van voorlezen met kinderen op gezette uren tot een lezing met mogelijkheid tot signeren als afronding en een langer lopend leesgroepje. Wij, schrijvers, hebben er belang bij om ergens te liggen. Boekhandels om een klantenkring op te bouwen en te handhaven. Gezamenlijk is het belang dat er gelezen blijft worden, dat mensen de weg naar een boek weten te vinden. Dit is de meer ideologisch/idealistische en niet-materiële kant van de zaak.

Lezers van dit boek
Daar hang ik ook het meeste aan. Ook al moet ik er natuurlijk tegelijk aan verdienen. Ik praat extra graag over mijn boek, als het eind van het liedje weer een verkocht exemplaar is. Zo eerlijk wil ik wel zijn. Maar gelukkig zijn de gesprekken naar aanleiding van ook echt leuk en verrassend. Het zijn gesprekken tussen lezer en schrijver. Toch tegelijk ook een gesprek tussen twee lezers. Het wonderlijke doet zich voor dat ik zélf mijn boek op een andere manier ben gaan lezen dan toen ik de erin opgenomen verhalen los wel eens las en er van een boek nog helemaal geen sprake was. Een tweede cirkel die zich blijkt voor te doen. De schrijver wordt eveneens lezer van het boek dat hij schreef.

Verhalen roepen andere verhalen op
Het blijven allereerst verhalen voor jou, voor de lezer(es). Ook vooral luchtige verhalen zonder meer betekenis dan ofwel de verhalen zelf aanduiden of jij er in hoort. Voor mij persoonlijk is nog weer eens duidelijker geworden wat de betekenis van het verhaal is of kan zijn. Het is op dié manier dat de de omgang met werkelijkheid door mensen wordt beleefd en min of meer naar buiten wordt gebracht. Verhalen roepen andere verhalen op en kunnen soms ook andere verhalen, dat is andere werelden verhelderen. Zo kwam mij op Facebook onlangs een hartekreet van een huisarts onder ogen onder de titel 'Allesvrezers'. Mensen zijn nogal eens te zeer onder de indruk van alles wat potentieel verkeerd zou kunnen uitpakken met een medicijn of een (medicamenteuze) behandeling. Dan zitten ze al bij de dokter en denken dat ze er al last van hebben. Deze huisarts heeft de nodige moeite met deze allesvrezers die niets mankeren maar bovendien bang zijn voor alle voedsel omdat je er kanker, hoge bloeddruk, hersen- en hartinfarcten van kunt krijgen. Voor mij riep dit op hoe het onder verschillenden in den lande is, als het gaat over asielzoekers en vluchtelingen. Die hebben de neiging om alles wat niet goed uitpakt of uit zou kunnen pakken te generaliseren en alles en iedereen over één kam  te scheren. Actief als vrijwilliger mensen welkom heten kan iemand echter veel positieve energie bieden. Een dergelijke kijk op de dingen is dan helemaal uit het vizier.

Verhalen als gelijkenissen
Verhalen uit verschillende werkelijkheden en dat is uit verschillende werelden naast elkaar zetten en in elkaar begrijpen maakt kortom vaak veel directer duidelijk waar het menselijkerwijs over gaat of wel eens zou kunnen gaan dan zakelijke analyses, laat staan bureaucratische regeringspraat.  Wat niet wegneemt dat zakelijke analyses wel degelijk ook gemaakt moeten worden. Persoonlijk heb ik een langdurige ervaring met het lezen en tot me nemen van bijbelverhalen. In de Evangeliën zijn dat vaak gelijkenissen. Zonder dat ik daar bewust mee bezig ben schrijf ik eigenlijk mijn verhalen alsof het gelijkenissen zijn. Althans zo komen ze achteraf op me af. Uit het dagelijkse leven grijp ik de verhalen op.
Gelijkenissen in de Evangeliën zijn bedoeld om tipjes van de sluier van het Koninkrijk van God op te lichten. Zo van: als je de clou van dit verhaal helder voor ogen krijgt ga je iets van de ruimte en vrijheid zien en voelen die in het Koninkrijk van God aan de orde zijn. Je ziet verschillende werelden en je ervaart de grenzen die er tussen liggen. Zien dat grenzen niet tot muren moeten stollen is misschien wel dé theologische boodschap die ik in mijn leven meedraag naast mijn aandacht voor wie kwetsbaar in deze wereld staat. De gelijkenissen die Jezus vertelt zijn ontleend aan de dagelijkse werkelijkheid om hem heen. Dus middels gelijkenissen laat Jezus tegelijkertijd een stukje van die andere, mooie werkelijkheid zien waarin recht en vrede gelden. Dat ik hierbij uit kom in mijn reflecties op mijn eigen boek zal wel komen, omdat ik een geseculariseerd theoloog en christen ben. Het is geen kwestie van 'oh, dus toch - we worden stiekem langs een achterweg toch de bijbel in geloodst!'. Nee, in mijn boek staan verhalen die ik zélf achteraf onder andere interpreteer in relatie tot de gelijkenissen uit de bijbel. En dat verrast mij. Als de bijbel in het leven geen hout zou snijden of omgekeerd het leven in bijbelverhalen niet terug te vinden zou zijn, dan weet ik niet waar we het over hebben. De derde cirkel die ik persoonlijk scherper te zien krijg.

Zo keert het boek als een weldadige boemerang op mezelf terug als een zich rondende cirkel.
                               
Han Dijk.                                                                                                                                                                                                                                                                                                                        'Op de grens tussen werelden' is verschenen op 1 augustus van dit jaar en in Deventer en Amsterdam gepresenteerd. Het is in verschillende boekhandels te verkrijgen, zeker in de buurt waar ik ooit woonde, leefde, werkte. Of te bestellen bij www.Artnik.nl . Het ISBN-nummer is 978-94-90548-25-4. Je kunt nog een exemplaar kopen en aan vrienden cadeau doen rond Sinterklaas of Kerst. Het is mogelijk dat ik hier of daar een leesgroepje rond dit boek organiseer. Onderweg in de genoemde cirkel kom ik mijn lezers tegen en heb een bijzonder contact met velen gekregen daardoor. Laat weten of je belangstelling hebt en stuur me een mailtje: j.p.gdijk@kpnplanet.nl                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                              

donderdag 9 juli 2015

In verschillende werelden leven.

Het boek is er. Het zijn losse verhalen zonder een duidelijk ander verband dan dat ze in meerdere of mindere mate, scherper of minder scherp laten zien hoe ik in het leven sta, hoe ik kijk. Want zo schrijf ik ook: 'op de grens tussen werelden'.Tussen werelden moeten we geen grenzen en muren op (willen) richten waarachter we ons verschansen. We moeten ze eerder afbreken. Zo blijven er verbindingen, zoals er bruggen liggen bij Deventer over de IJssel. Goede vriendin Inez van der Spek heeft gezien dat er zo naar de verhalen gekeken kan worden. Ik vroeg haar om eens naar mogelijkheden van compositie te kijken. De hoofdlijn in het boek: in ieder verhaal komt dat thema op de een of andere manier ter sprake.
Het is een verhalenboek geworden op de grens tussen werelden. Er zijn veel werelden waarin we tegelijk leven. Vaak zijn we ons daarvan niet of nauwelijks bewust. Ja, mensen verzuchten wel eens 'ik zou er een boek over kunnen schrijven', maar ze doen het niet. Ik wel. Vaak ook zijn we ons er maar al te degelijk van bewust. We benoemen de grenzen ervan zeer precies en maken er muren van waar je niet doorheen kan. Hongarije tegen de vluchtelingenstroom. Israël bij Gaza, Wilders tegen de moslims. De VS tegen binnenkomende Mexicanen. Dé Muur en het verzet daartegen is nog maar net afgebroken. Dezelfden die toen zo tegen dé Muur waren werpen nu graag muren op.




Wat voor verhalen?
Moet je nagaan: in oktober 2013 schreef ik er al een blog over. Er zou een 'bundeling van verhaaltjes' komen. Zeker, omdat er enkele grotere verhalen in staan, maar ook in het algemeen gesproken heb ik het niet meer over 'verhaaltjes'. Klinkt te klein en te aandoenlijk. Ook klinkt het te bescheiden. Ik ga er wel bescheiden mee om, er zijn grotere schrijvers dan ik. Maar te bescheiden hoef ik nu ook weer niet te zijn. Ik heb het aangedurfd en er is heel veel geschaafd aan de verhalen, voor zover ze er al waren. Mijn hemel, wat een werk is zo iets toch om klaar te krijgen. Vandaag heeft uitgever Nico Joost Bunk van ArtNik-uitgaven het naar de drukker gestuurd. Een mijlpaal. Zaterdagmiddag 1 augustus zal de presentatie in Deventer zijn. Later zal er nog een volgen in Amsterdam.

Deze verhalen kunnen helpen  bij de bewustwording van het leven in verschillende werelden. Verwart het je? Vind je een eigen lijn? Vermaakt het je? Word je er bang van? In ieder geval valt te zien hoe ik daar mee om ga. Voor mij is van belang om te proberen te kijken vanuit de kwetsbare kant van de samenleving. Dat ligt er in die verhalen niet altijd duimen dik bovenop. Er zijn dan ook behoorlijk wat luchtige verhalen te vinden in het boek. Bij sommige verhalen is de diepere laag wat duidelijker zichtbaar. Zo probeer ik ook journalistiek te werken, tegen journalistiek aan te kijken. Soms mag het en moet het dieper reiken, wil je als lezer ook werkelijk het idee krijgen dat je wat nieuws te zien of te horen krijgt. Niet enkel de oppervlakte beschrijven die we allemaal wel kunnen zien.

Het Europa van de verschillende werelden
Deze blog schrijf ik midden in een spannende tijd. Je kunt je afvragen hoe journalisten en schrijvers omgaan met de spanningen in Europa die ons allen bezighouden. Hoe weinig duidelijk lijkt het te zijn dat er twee werelden om de tafel zitten in Brussel. Veel mensen zien dat niet helder. Mijn vraag is trouwens wel of Tsipras en de zijnen het wel voldoende duidelijk maken dat dat zo is. Maar misschien is dat deel van het ingewikkelde dat zich voordoet. Dijsselbloem, Schäuble en Merkel denken dat er eigenlijk maar één wereld is en dat is de wereld van het Neoliberalisme. Nooit van zijn levens dagen komt die term uit hun mond. Enkel dat er 'hervormd' moet worden en grootscheeps bezuinigd en dat veel meer nog aan de markt moet worden overgelaten. Zij schijnen precies te weten welke kant het op moet, welke kant de Grieken op moeten. Die laten echter vooral merken dat dat type maatregelen hen nu juist bezig is de kop te kosten. Dat wil zeggen heel veel gewone mensen kost het de kop.
De genoemde top-Europeanen (wat eigenlijk het Europarlement zou moeten zijn) doen in ieder geval net, alsof ze niet door hebben waar het Grieken om gaat. Ze lijken over het andere wat het bewerkstelligt ook helemaal niet te willen praten. Snappen ze het echt niet, doen ze alsof of zijn ze te dom? Terwijl het wel eens zou kunnen zijn dat praten is wat hoognodig eens moet. Er zijn echter veel politici en ook journalisten die hetzelfde zeggen en zich niet lijken te bekommeren over de 'twee' werelden waarin we leven.
Waar het me hier om gaat is niet een analyse van de toestand met betrekking tot Griekenland te plegen. Wel dat op het moment dat mijn boek bezig is uit te komen dit een scherp voorbeeld is van hoe er verschillende werelden zijn. Ook die ons mogelijk niet aan staan. Voor mij is het eveneens een scherp voorbeeld van hoe en vanwaaruit ik schrijf, omdat ik zo leef: ik zoek de grenzen tussen de werelden op en probeer op die grenzen te leven en vanuit die grenzen te kijken.

Zie je dat zelf ook zo?
Dit voorbeeld noem ik hier ook, omdat ik merk soms zomaar zelf heel onverwacht midden tussen die werelden ook echt in te zitten. Laatst had ik een gesprek met iemand van wie ik dus helemaal niet verwachtte dat hij met zijn hoofd midden in de andere wereld zit, de wereld van die top-Europeanen. Van de daar tegenover staande wereld is eigenlijk enkel doorslaggevend wat vanuit die ene wereld als logisch gezien wordt en dus wel logisch voor alles en iedereen zal zijn: schulden moet je terug betalen, klaar, einde verhaal. Op zulke momenten wil ik nog wel eens dichtslaan en kom ik niet altijd op de argumenten om mee te weerleggen wat naar ik meen prima te weerleggen is. Hoe kan de werkelijkheid soms zo slecht doordringen in een hoofd dat overigens helder nadenkt en ook wel open staat voor solidariteit met wie er zwak voor staan? Hij hoort zélf bepaald niet tot de rijken. Ik schrik daarvan. Ik ben er verdrietig over, want ik mag hem graag en denk samen in dezelfde wereld te vertoeven. Ik ben dan boos op al die schrijvers die bijvoorbeeld hem niet hebben bereikt met andere berichten.



Het boek bevat niet enkel zulke zware thema's. Daar ligt het accent niet. Tenminste niet zo sterk ten aanzien van wat actualiteitswaarde heeft. Maar de vele min of meer luchtige verhalen bevatten misschien wel iets dat verder strekt: ze kunnen er misschien toe leiden dat je zelf ook gaat nadenken over hoe het jou zelf eigenlijk vergaat.

Han Dijk.

Zaterdagmiddag 1 augustus a.s. wordt dit boek om 14.00 uur gepresenteerd op de oever van de IJssel vlakbij voetpontje en IJsselhotel (bij de boom op de foto). Een preciezere uitnodiging wordt in ieder geval toegestuurd aan vrienden en bekenden of komt je langs een andere weg onder ogen.
INTEKENLIJST: Ook kun je al vast voor inschrijven bij mij (j.p.gdijk@kpnplanet.nl). Dan ben je zeker van een exemplaar.
CROWDFUNDING: Tenslotte kan je het alvast bestellen én alvast betalen. Dat helpt Nico en mij om de eindjes van de productie met grotere financiële ruimte aan elkaar te kunnen knopen. Crowdfunding heet zo iets tegenwoordig. Dan maak je eur. 17,50 over (incl. verzendkosten - adres, postcode en plaats vermelden) of eur. 14,95 (excl.verzendkosten) naar NL 48 RABO 0129 49 84 59, tnv. ArtNik, o.v.v. Han Dijk


zaterdag 18 april 2015

'Hier zetten we een komma'.

Dat zei zuster Bernadette, een van mijn collega-begeleiders van een rouwgroep en van huis uit non, als iemand een indringend verhaal vertelde over een onderdeel van zijn of haar 'film'. Zo rondom overlijden, wellicht al tijdens de voorafgaande ziekte, en begraven is een tijd aan de orde die je nog jarenlang voor ogen kunt halen. Zo ongeveer van minuut tot minuut met emoties en al die daar toen speelden. Het kan zwaar zijn om zo'n moment naar boven te halen. Zwaar voor jezelf, maar ook zwaar voor je lotgenoten met wie je een groep vormt. Het kan dan goed zijn om maar even pauze te nemen, even een komma te zetten. Het zou teveel worden, alles bij elkaar.

Concert als rouwverwerking
Iets van die film bespeur ik ook in de verhalen die Harry Stevens vertelt of waar hij wat over schrijft. Ze komen bij hem samen in een muziekstuk dat hij onlangs maakte ter gedachtenis aan een goede vriend, Aize, die wel twintig jaar geleden uit zijn leven is gestapt. Rouw over iemand die zich zelf gedood heeft is wellicht nog ingrijpender dan gemiddeld al voor te stellen is bij het overlijden van een naaste. Maar het is ook, alsof het gisteren gebeurd is. Rouwen kan een leven lang duren. Misschien kan het overlijden van een naaste in een ander licht komen te staan, maar helemaal los kom je er niet van. Als componist heeft hij de mogelijkheid gehad een en ander in muziek te verwerken. Het heeft lang geduurd, omdat er lang geen geld voor was om dat muziekstuk dan ook uitgevoerd te krijgen. Het zal nu binnenkort gaan gebeuren, Op 19 mei a.s., in het kerkgebouw waar ik ook werk.

In de loop van mijn betrokkenheid bij het werk van STIMULANS, kerk&buurtwerk in Amsterdam Geuzenveld-Slotermeer heb ik, als ik me niet vergis, vijf keer een rouwgroep begeleid. Steeds weer was een van de dingen die mensen dan zeiden dat hun omgeving na een jaar of iets dergelijks liet merken of dat ook uitspraken 'Hou daar nu eens mee op. Laat het verleden toch rusten, wend je naar de toekomst'. We hebben dan ook altijd als leidraad voor toelaten tot een rouwgroep tegen mensen gezegd niet te snel te komen. Gaandeweg ontstaat er meer reden om dan tenminste aan het verband van een lotgenotengroep deel te nemen, als ze merken dat je er met anderen bijna niet meer over kunt praten.

Het bijzondere van het concert dat Harry Stevens aanbiedt is niet enkel dat er een concert zal zijn. Dat allereerst, Er zijn echter ook thema-tafels voor gesprek. Bezoekers kunnen met elkaar in gesprek gaan over de troostende werking van muziek en meer algemeen over rouw en vormen van rouwverwerking. Het boeiende is dat Harry heel expliciet muzikale technieken heeft aangewend om iets van zijn emoties mee tot uitdrukking te brengen. Als je hem daarover hoort praten, dan komt dat ook over. Maar niet enkel door erover te praten. De muziek is ingetogen. Hij heeft daartoe ook teksten kunnen benutten van theoloog Jaap Zijlstra en van Fransiscanessenzuster Magda van der Ende. Het zou misschien goed zijn, als de organisatoren van het concert de tekst die Harry over de opbouw van zijn muziek schreef uit te delen. Ik ben te weinig muzikaal geschoold om daar wat zinnigs van te maken. Toch vertelt Harry er over, zoals andere mensen hun verhaal meer in gevoelswoorden uiten. Harry vertelt er in zijn muzikale termen over. Zijn muziekstuk ter gedachtenis aan Aize duurt ongeveer twintig minuten, maar vormt het hart van een serie muziekstukken die gezamenlijk het concert vormen.

Rouwgroepenwerk
Thema-tafels. Iemand door de dood verliezen en daarover rouwen is een algemeen menselijk probleem, Het zou goed zijn, als mensen met verschillende culturele en religieuze achtergronden zich uitgenodigd voelen om te komen en om het gesprek aan te gaan. Ofwel je deelt je eigen ervaringen met een rouwproces dat anderen ook meemaakten. Ofwel je leert zien dat rouwen een proces is, een activiteit waar allen in hun leven mee te maken krijgen. Interessant is om heel nauw nu ook eens na te denken over wat muziek bij rouwverwerking voor betekenis kan hebben, voor rol kan spelen. Harry's deskundigheid op dat vlak Tenslotte kan men ook wat gerichter nadenken over de vorm van de rouwgroep als hulp bij tot verwerking komen. Het kan zijn dat je een drempel over moet om je 'hele hebben en houden' te kijk te zetten bij anderen. Zo kan gedacht en gevoeld worden. Rouwen is per slot een dun-huidig proces waar veel van de diepste dingen in jezelf aan de orde zijn.

Onder anderen deze dimensie van het gesprek is voor STIMULANS van belang. We hebben een jarenlange geschiedenis en ervaring met dit groepswerk. Het is ooit, in 1984 door wijlen Ton Honig op poten gezet. Er hebben zeker 40 groepen gedraaid. Groepen met een open inslag, ook al was bekend aan de deelnemers dat de begeleiding dit ook doet vanuit een kerkelijke achtergrond of minstens met respect daarvoor. Aan de groepen nemen meestal ongeveer acht mensen deel. Het begint met de verhalen over de film van iedere deelnemer en gaandeweg komen thema's aan de orde die met rouwen verband houden: hoe gedenk je?, wat doe je met zijn/haar kleren?, wat geeft je kracht om het vol te houden? en nog zo een aantal thema's. Niet abstract dus, maar heel concreet en bedoeld als directe hulp bij het verwerken. Ieder mens zit verschillend in elkaar. Dus de verhalen zijn altijd verschillend. Ook al kan het zijn dat iemand iets vertelt dat jouw verhaal zou kunnen zijn of je merkt dat je die specifieke problematiek 'gelukkig' niet ook nog erbij hebt. De film-verhalen zijn voor mensen soms wel zwaar. Ben je daar echter doorheen en komen de thema's aan de orde, dan merken mensen een zekere ontspanning. Het wordt iets luchtiger. Het komt echter dus wel eens voor dat mensen voortijdig afhaken. De problematiek ligt dan vaak te dicht onder de eigen oppervlakte. Door omstandigheden is dit rouwgroepenwerk in de laatste jaren wat minder sterk geweest. We willen het echter niet kwijt, want mensen blijven er mee te maken houden. We zoeken naar nieuwe vormen van overdracht van gedachten om aan zo'n groep deel te nemen. Een concert als dit kan daar een bijdrage toe leveren. Voor mij in ieder geval een aanleiding om eens na te gaan hoe mijn ervaringen met het begeleiden van deze groepen eigenlijk waren.

Heet mij licht
Het concert vindt plaats onder de titel 'Heet mij licht', een cantate. Het wordt uitgevoerd door Arco van Zon, Barbara Wessel, Eefje Benning, Janneke Daalderop, Jonate Droogers, Maaike Peters, Marianne Selleger, Saskia Paërl-Marz, Yinske Silva en Harry Stevens. Dirigent is Peter Ouwerkerk.

De Thema Tafels worden tijdens het tweede uur van samenkomen door inspirerende deskundigen begeleid. Tijdens de gesprekken wordt gedeeld wat net beluisterd is en welke persoonlijke ervaringen er zijn. De begeleiders: Selma de Vries (geestelijk verzorger bij Arkin), Adem Kose (islamitisch geestelijk verzorger bij Arkin en AMC), Bram Bakker ( psychiater en schrijver van o..a. 'Loden last, het taboe op zelfmoord'), Barbara Wessel ( Moving through Music, muziek en dementie), Jan van Wieren (Voorzitter werkgroep Nabestaan na Zelfdoding Friesland), Peter Ouwerkerk ( Troostende tonen), Wilma den Uijl en David Noordhoff (Zielhuis Uitvaart: Roze tranen), Marianne de Pundert ( medewerker PuntP: muziek en verdriet) Sebnem Cim (medewerker PuntP: 'iets doen'; de kracht van rituelen)

Dinsdag 19 mei om 20.00u. (deuren open om 19.00u.)
Plaats: de Ontmoeting, Louis Couperusstraat 133, Geuzenveld-Slotermeer
Toegang: eur. 7,00 (ter plekke contant te voldoen, liefs gepast)
Informatie en reserveren: www.heetmijlicht.nl

Han Dijk













































































































donderdag 12 maart 2015

Hoop met volharding.

'De hele wereld zucht en lijdt'. Ergens spreekt de apostel Paulus deze woorden. Ze klinken, alsof ze vandaag uitgesproken zijn. Hij spreekt in dezelfde samenhang ook over hoop: 'hoop op wat we nog niet zien', zegt hij. 'Verwacht het met volharding, want als we nu al zouden zien waarop we hopen, zou het geen hoop meer zijn'. Dat de hele wereld zucht en lijdt kunnen we allemaal zien en waarnemen. We ervaren het zelf voor een deel of soms helemaal. Hij duidt dat lijden en zuchten ook: het gebeurt 'als in barensweeën'. Volgens hem is dat lijden en zuchten dus allemaal niet voor niets. Want waar barensweeën beleefd worden is er immers sprake van nieuw leven dat op komst is. Vrouwen weten vast en zeker waar ik het hier over heb. Midden in deze weeën zit hoop ingevouwen. Een vergelijkbare hoop dus als vrouwen en geliefden om haar heen beleven, wanneer er een kind op komst is.

We lopen er allemaal mee rond
Hoe moeilijk is het om dit met Paulus eens te zijn, als we om ons heen kijken. In een notendop hier waar veel mensen overal op de wereld vandaag mee rond lopen. We zien en beleven soms zelf aan den lijve wat het is om te lijden en we zuchten er onder. Valt er te hopen op een keer in deze zaken? In ons eigen individuele leven waarin we het nodige moeten meemaken? Maar zeker ook wereldwijd: zal de terreur van ISIS in Syrië en Irak (en Lybië?) en waar dat verder door moge dringen, ophouden? Zal er een oplossing komen voor het geweld om Oost-Oekraïne. Zullen Mali en Nigeria tot hun vrede en recht komen? We hoeven de televisie maar aan te zetten en we worden overspoeld met beelden die je eigenlijk niet wilt zien. We snakken naar de keer in de zaken. We kunnen echter soms, misschien wel vaak, niet eens meer hopen, laat staan verwachten. Van de winter heb ik als predikant en als coördinator van het kerk&buurtwerk in onze buurt, STIMULANS, een bijbels leerhuis begeleid over deze vragen.
Er zijn vast andere bronnen te vinden die ons helpen om na te denken over waar we hoop kunnen vinden. Samen met de Leerhuisdeelnemers hebben wij echter in de bijbel gezocht of we door wat daar te vinden is aan gedachten verder komen. Uiteraard kun je in een paar keer niet de hele bijbel doornemen. In hoofdstuk acht van de brief van Paulus aan de Romeinen valt veel stof te vinden. Ook bij wat over Paulus in het boek Handelingen aangedragen wordt door de schrijver van dat boek, de evangelist Lucas, Tenslotte lazen we Jesaja 42. Daarover misschien een andere keer. Wordt teveel voor nu.

Geloofstaal duidt werkelijkheid
Wat hier zo al te zeggen valt is natuurlijk geloofstaal. In termen van de menselijke werkelijkheid valt hier strikt genomen weinig hard te maken. Zeker niet, zo zullen we al gauw denken, als je naar die menselijke werkelijkheid zelve kijkt. Dan zien we toch enkel die en nog veel meer ellende? Het lijkt wel, alsof het niet ophoudt en er elke dag wel weer wat gebeurt dat de wereld ontstelt. Geloofstaal kan echter helpen om juist de dingen te zien en te verwoorden, die niet te zien zijn, maar daarom nog niet minder werkelijk, Geloofstaal kan helpen om juist dát helder te krijgen wat we anders maar niet te pakken krijgen. In dit geval kun je immers zeggen dat er in de werkelijkheid niets of hooguit bar weinig te vinden is waar hoop aan te ontlenen valt. In geloofstaal kan je de werkelijkheid overstijgen en misschien kun je wel zeggen dat je de werkelijkheid dan kunt zien, als vanuit een helicopter. Je kunt ontdekken dat er taal en duiding van de werkelijkheid zijn die jou kunnen helpen hoe dan ook domweg te blijven hopen en verwachten dat het allemaal niet zinloos is wat er aan ellende om ons heen gebeurt. Dat er wegen daaruit zijn. Hoop is zo'n woord dat boven onze werkelijkheid uitwijst, onderdeel uitmaakt van geloofstaal, maar tegelijkertijd niet beperkt is tot enkel de op de bijbel geïnspireerde geloofstaal. Het is een woord dat mensen in communicatie met elkaar brengt, ook al wordt het uit verschillende bronnen gevoed.

Hoop en Opstanding
In de christelijke wereld bereidt men zich voor op het feest van Pasen. Daar krijgen we te maken met een ander en voor christenen wezenlijk woord uit geloofstaal. Jezus gaat een weg van lijden, een via dolorosa, die leidt naar het kruis. Maar het spannende van de Paasboodschap is: dat kruis heeft het laatste woord niet. Het laatste woord of misschien kun je net zo goed zeggen het eerste woord is: OPSTANDING.
In het boek Handelingen is veel te vinden over wat Paulus allemaal meemaakt tijdens zijn tochten door het Middelandse Zeegebied. Aanvankelijk was hij als Farizeeër (een belangrijke Joodse stroming) bezig om Joodse volksgenoten te vervolgen die zich achter Jezus hadden gesteld en van hem meenden dat hij de lang verwachte Messias was. Mensen die dat meenden doorbraken de rustige en traditionele opvattingen over hoe Jood te zijn. Opvattingen die de Romeinse Overheid wel konden accepteren. De volgelingen van Jezus konden wel eens gevaarlijk worden voor de mogelijkheid om als Jood en dat wil zeggen anders dan de andere volkeren te leven. Er waren er, zoals Paulus, die zich beijverden om hier een rem op te zetten. Op weg naar Damascus, zo schrijft Lucas, de auteur van het boek Handelingen, zag Paulus het Licht. Hij ging zien wat Jezus en zijn leerlingen verkondigden aan levende en tot leven brengende zaken in het leven en in het samen-leven. Geen dode letter van de wet, maar levende en geest-rijke uitleg ervan in het dagelijkse leven vol uitbuiting en armoede.
Paulus werd Jezus-volgeling, christen, en werd op zijn beurt vervolgd. Op verschillende manieren en voor verschillende verbanden moest hij zich verantwoorden. Was hij een oproerkraaier? Tijdens een dispuut met Sadduceeën en Farizeeën (het Sanhedrin) zei hij op een bepaald moment: 'vanwege de hoop en de opstanding der doden sta ik hier'. Lucas heeft Paulus dus begrepen in deze geest. Voor hem zijn de hoop en de opstanding met elkaar verbonden en verweven zaken. Het één kan niet zonder het ander en omgekeerd.
Zo radicaal als het voor Christus-gelovigen is om te geloven dat op het kruis de Opstanding volgt, zo radicaal is de hoop op uitredding uit ellende dat. Radicaal in de zin van in de grond der zaak, in de wortel. Maar je kunt hier bovendien zeggen dat hoop en opstanding volstrekt niet vanzelfsprekend zijn en met vele vragen omgeven. Dan toch maar hopen? Dan toch maar geloven in de opstanding der doden en hopen, dat uit de dood vanwege terreur bijvoorbeeld nieuw leven zal ontstaan? Een bewijs voor dat dat zin heeft ligt in de toekomst verborgen. Het enige dat we kunnen doen is erop vertrouwen dat het zin heeft en vooral ook dat het krachten losmaakt in een wereld waarin we verblind en verlamd raken door de ellende om ons heen. Dáár kunnen we in ieder geval toch niets mee? Ook tenslotte zorgt zó over hoop te denken als verweven en verbonden met dat andere begrip Opstanding ervoor dat vertrouwen op de werkelijkheid van de Opstanding als leven door de dood heen helderder wordt. Tevens dat we net zo goed op grond hiervan met wie dan ook die probeert te hopen, vanuit welke achtergrond ook, over opstanding kunnen spreken. Het moeilijke aan dit begrip is niet het begrip als zodanig, maar de werkelijkheid waarin we leven die het heel moeilijk maakt om erboven uit naar positieve toekomst te kijken.

Han Dijk.

zondag 1 februari 2015

'Basta' en 'Hoop schreef geschiedenis'

De uitkomst van de verkiezingen in Griekenland van zondag 25 januari jl. klinkt als door een megafoon op alle straten van dit land door: 'Hoop schreef geschiedenis', de woorden van Alexis Tsipras, de Syriza-leider. Een geweldige verkiezingsoverwinning voor wie er slecht voor staan. 'BASTA' klinkt in het Italiaanse bergstadje Filettino in 2011 als reactie op de eindeloze rij bezuinigingsmaatregelen van achtereenvolgende regeringen Berlusconi, maar in feite omdat 'het moet van Europa'. Velen zijn al aan de rand van de afgrond terecht gekomen. De burgemeester spreekt uit wat veel mensen voelen. Ze zijn de voor kwetsbare mensen volstrekt onaanvaardbare politiek grondig zat. Ze maken zich los van Italië en gaan hun eigen papiergeld drukken. Gisteren heb ik als deel van een groot rood lint van FNV-vlaggen door Utrecht gelopen. Kom ik thuis word ik door iemand verrast met een youtube-filmpje met een weergave van een grote Podemos-manifestatie op een plein in Madrid. (Helaas krijg ik dit filmpje hier niet actief)

Het is waar wat iemand op een bordje in Utrecht meedraagt: 'Griekenland is overal'. Wie de macht hebben zijn nu bang voor besmettingsgevaar, als ze de Griekse overwinning van links zien. Anderen vinden het een ruk naar populisme. Laat het Griekse perspectief mensen maar besmetten. Dan ben ik maar populist. Mij verheugen deze ontwikkelingen. Ik ben zat van de term 'bezuinigingen' die als enige verlossende praktijk sinds de tachtiger jaren van de vorige eeuw ons al moest besmetten en dat betekent 'houd je mond, als je het anders ziet'. Ik heb geen zin om voor een krisis te betalen die anderen veroorzaken en op de schouders van kwetsbaren afwentelen.

Filettino
Vorig jaar zomer stuitte ik op het prachtige boek over deze gebeurtenis en de eerste gevolgen ervan, geschreven door ene Geert Kimpen. Het Italiaanse parlement had net (voorjaar 2011) besloten dat het afgelopen moest zijn met gemeenten tot en met 1000 inwoners. Zoals Minister Plassterk een tijd lang bij ons de boer op ging om allerlei gemeenten en provincies samen te laten voegen, zoiets gebeurde ook in Italië. Gevolg van dit besluit: honderden burgemeesters van zulke kleine gemeenten gingen demonstreren in Milaan. Er was er een die daarnaast (hij was ook in Milaan, geloof ik) anders reageerde. Op een dag in september riep burgemeester Luca Sellari zijn gemeenteleden op om naar het plein voor het Gemeentehuis te komen. Hij had hen allen iets te zeggen. In één woord samengevat: 'BASTA!' Misschien gaf wel vooral de doorslag, dat zijn eigen positie nu in de frontlijn kwam, want er was al veel aan voor af gegaan voor heel veel mensen, kunnen we ons voorstellen.
Bergstadje Filettino moest samengaan met DE in het dal gelegen gemeente Trevi. Zoals dat kan gaan, twee plaatsen waarvan de inwoners elkaar niet kunnen luchten of zien. Dit weekend nog had het elftal van Filettino behoorlijk verloren van de SV Trevi. Zeg maar, zoals wanneer Go Ahead verliest van PEC Zwolle. Iedereen weet wat dat toch altijd al ertoe deed in het leven van het stadje. De sfeer was dus al niet te best. Hij had net de brief gekregen waarin stond wat er precies moest gebeuren. Hij zou de burgemeester worden. De gemeentesecretaris van Trevi zou haar baan houden en dus die van Filettino zou op straat komen te staan. Nog afgezien van alle mogelijke andere problematieken die er waren, zo schrijft roman-schrijver Kimpen, kon hij ook goed opschieten met Alessa, de secretaris, hij had veel aan haar nuchtere verstand te danken. Zonder haar verder? Maar ook vanuit haar perspectief: zou hij haar op straat zetten?

Waar een wil is...
Het gaat me nu te ver om dit hele boek en dus die hele geschiedenis weer te geven. Ik haal het aan als voorbeeld van hoe het kan gaan, als de stem in de bevolking aan kracht wint die laat zien dat er economisch en politiek een compleet andere koers gevaren kan worden. Ik heb het hier niet over een one-itemkoers. Daarnaast dat het in zake Griekenland en de koers die Syriza voor staat om een heel land gaat en niet enkel om zo'n bergstadje. Tenslotte dat ik eenzelfde vreugde in me voel, wanneer je voor ogen krijgt welke kant het dus wel degelijk op kan gaan, als er een wil is en grote vasthoudendheid in eenheid.

Het aardige is dat we bij Filettino, in deze beginperiode van hun losmaking kunnen zien wat er dan allemaal los kan komen. Enerzijds wat ervoor nodig is om anders te gaan denken en dat er vele hordes genomen moeten worden die stuk voor stuk de aanvankelijk nog broze eenheid kunnen destabiliseren. Anderzijds wat er allemaal te verwachten is aan officiële reactie van machthebbers. Zeker als het serieus doorgevoerd wordt en poten stijf gehouden worden. Kimpen gaat de verschillende hordes stuk voor stuk na. Ik noem er drie.
De horde van de totstandkoming van de eigen munteenheid: de banken willen de mensen aanvankelijk hun spaartegoeden niet uit betalen. Enerzijds omdat ze het niet kunnen. In de plaatselijke bank is niet zomaar af te halen wat de mensen uit Filettino er aan spaartegoeden hebben gedeponeerd. Maar anderzijds ook om te verhinderen dat er besmetting optreedt en niet alleen in Filettino mensen tot een vergelijkbaar handelen komen. Dan zouden alle banken niet alleen leeggehaald worden, maar zou blijken dat die spaargelden al lang zijn uitgegeven en er helemaal niet feitelijk zijn.
Een andere kleurrijke horde die beschreven wordt is de ideologische. Burgemeester Sellari wordt door Berlusconi himself uitgenodigd voor een feestje. Daar worden hem verleidelijke vrouwen aangeboden om het er eens van te nemen, zoals we van Berlusconi met zijn bunga-bungaparties gewend zijn. Er lopen er echter met camera's rond die plaatsjes schieten die de volgende dag wel in de tabloids verschijnen en zijn goede naam danig versjteren. Het idee van een andere orde moet vanaf het begin kapot gemaakt worden.
Als er dan nog niets kapot is, is er een derde horde: er verschijnen tanks op de ene weg naar boven die uiteraard geen tegenactie op hetzelfde niveau hoeven te verwachten, maar vooral een groot dreigement beogen uit te drukken: als jullie nu niet ophouden, dan schieten we jullie kapot. Vooral de vrouwen uit het dorp zie je dan zich ontkleed en gevolgd door de hele dorpsbevolking op de tanks af lopen. Die moeten wel stoppen. Ook deze poging van hogerhand om de andere koers tegen te houden loopt spaak.

Het vreemde is dat ik uit de begintijd wel kranteberichten en youtube-opnamen van interviews ben tegen gekomen die aangeven dat het Filettino-sprookje echt gebeurd is, maar dat ik tot nu toe niet kan nagaan wat er nu van geworden is, hoewel het nog maar zo kort geleden gespeeld heeft. Dus ook, in hoeverre Kimpen weliswaar op iets uit de werkelijkheid is ingegaan, maar er tevens eigen draaien aan heeft gegeven als roman-schrijver. Misschien zou ik hem zelf hierover nog eens moeten aanspreken. Maar dit terzijde.

Wat zal de weg zijn?
We merken bij de eerste ontwikkelingen in verband met de Griekse verkiezingen al op verschillende manieren hoe de heersende krachten in Europa natuurlijk menen dat dit allemaal niet kan wat Syriza wil. Het is boeiend om te volgen wat er zo allemaal gebeurt, welke hordes er gelegd worden of blijken te liggen. Tegelijk vind ik dat niet boeiend als afstandelijk kijkend iemand. Eerder als iemand die zich solidair verklaart met wat daar gebeurt en opdat we kunnen zien wat er moet gebeuren om bijvoorbeeld ook in Nederland een ander handelen mee te kunnen bewerkstelligen (zie ook mijn blog van 29 oktober 2012 over het Manifest voor sociale en niet-liberale politiek dat mijn vrienden en ik twee jaar geleden uitgaven). Afgelopen tijd konden we zien hoe onze eigen Dijsselbloem aan tafel met een linkse topeconoom en minister van Financiën moet aanhoren dat er echt geen wens is om zomaar water bij de wijn te doen. Een politieke discussie wil men voeren zonder de Europese bank en het IMF erbij. Ik weet het niet zeker, maar volgens mij heeft dat gesprek maar vijf minuten geduurd. Het zou maar zo kunnen. Terwijl die Griekse vertegenwoordiger zo ongeveer nog niet is uitgesproken, zie ik Dijsselbloem al opstappen en het gesprek verlaten. Dat belooft nog wat. Het belooft in ieder geval dat Syriza doet wat nodig is om het gewonnen vertrouwen en vooral ook de hoop op het andere niet zomaar te verkwanselen.

Moge dit allemaal ook de discussies in óns land, evenals in Italië en Spanje bijvoorbeeld een wegwijzing zijn. Ik zie al voor mij wat voor kronkels deze en gene zullen menen te moeten maken de komende tijd om uit deze problematiek te komen. Mijn tegenstem tegen Europa enige jaren geleden was een stem tegen een Europa waar Syriza nu tegenop loopt, niet een bezuinigend en enkel op marktwerking gericht Europa. Niet anti-Europa zonder meer dus. Opdat dit ook nog eens duidelijk zij.

Han Dijk


















vrijdag 2 januari 2015

'Cuba in de wolken'.

De president van de VS, Barack Obama, zet een stap om de onderlinge betrekkingen tussen Cuba en de VS  gaandeweg te normaliseren. Allereerst zijn de Cuban Five vrijgelaten. Deze als spionnen beschouwde terrorisme-bestrijders zaten op bedenkelijke gronden vast en werden niet best behandeld. Intensief is jarenlang actie gevoerd om ze vrij te krijgen. Gelukt! 'Cubanen zijn in de wolken'. De GRANMA, de officiële Cubaanse krant (online Engelse versie – www.granma.cu) heeft dit als kop geplaatst boven een artikel vooral hierover. De Cubaans-Amerikaanse betrekkingen zijn 56 jaar lang verstoord geweest. 

Obama - Castro - Mandela
Obama steekt zijn nek uit. Dat valt niet te ontkennen. Hij steekt zijn nek uit door dit heikele thema uiteindelijk überhaupt aan te snijden. Ook echter via de gekozen bewoordingen: '50 jaar isolatie heeft niet gewerkt'. Zowaar een president en nog wel een VS-Amerikaanse waagt het om met een pennenstreek zoveel jaar officieel beleid weg te vagen. We zijn er overigens nog niet. Het gaat slechts om een versoepeling en nog niet over het opheffen van het economische en ideologische embargo, de Helms-Burton-Act (Helms, de topman van het Bacardi-rum concern – geen Bacardi drinken dus, hé, maar HavanaClub), het grootste struikelblok. Het betreft hier een wet die slechts door het VS-Amerikaanse Congres kan worden opgeheven dat in meerderheid Republikeins is samengesteld. Bij de begrafenis van Nelson Mandela, een jaar geleden, gaf Obama Raul Castro een hand (zie mijn blog van vorig jaar december hierover). De hele internationale pers nam dit waar. Het lijkt een eerste stap in het openbaar tot deze toenadering vandaag.

Kijken met de ogen van de mensen daar
De pers vindt het plotseling ook allemaal normaal dat het gebeurt, maar blijft tegelijkertijd redeneren vanuit het toch ook wel nog steeds geldende adagium van een onvrije dictatuur die op Cuba heerst. De Gebroeders Castro zijn er nog steeds en die vormen toch wel de kern van alles, zo is de al sinds jaar en dag heersende gedachte. Dat er ook anders en wat vrijer tegen aan gekeken kan worden is niet iets wat in de hoofden van vele journalisten en spraakmakers op komt. Dat er achter deze broers ook nog een partij en een parlement, de Poder Popular (= Volksmacht), functioneren met eindeloze discussies over van alles en nog wat, totdat er een besluit genomen wordt, is iets waar je nooit over hoort. Het lijkt ook, alsof je alleen maar geloofwaardig over Cuba kunt schrijven, als je toch maar wel steeds van de dissidenten uit gaat. Die zijn er wel niet zo veel in georganiseerde zin, maar dat is niet belangrijk, zo lijkt het wel.

Wie mij kennen weten dat mij dit hele gebeuren wel niet koud zal laten. Ik heb er verschillende Facebook-berichten, emails en kopieën over gekregen uit soms verrassende hoek. Het lijkt me spannend om er juist nu een blog aan te wijden. Daarbij ook een Nieuwjaarswens in te vouwen die gaat in de richting van Cubaanse mensen in het algemeen, maar zeker die ik zelf heb leren kennen. Mogen ze op ademen en met meer lucht in de longen hun revolutionaire project verder uitwerken en moge dat project anderen in de wereld inspireren. In wat ik hen toewens, wens ik tegelijk mij zelf en alle lezers en lezeressen van deze blog toe dat we ook hier wegen vinden die werkelijk wegvoeren van totalitaire neoliberale ontwikkelingen die ieder mens in zijn of haar kleine bestaan meer en meer zullen gaan raken wereldwijd. Als daar niets tegenover wordt gesteld. In dit licht wens ik ieder gezondheid, een goede verzorging en vreugde over de toekomst toe. In individueel gestelde formuleringen, want we beleven de grote werkelijkheid natuurlijk allereerst individueel.

Reizen in 2000 en 2007
Waarom laat mij dit niet koud? Niet enkel uit algemene overwegingen, maar vooral omdat ik in 2000 en in 2007 een reis naar Cuba maakte. Ik keek intensief en nieuwsgierig rond. Onder anderen door mensen te ontmoeten die niet uit mijn hoofd en hart geraakt zijn. Hen heb ik voor ogen, in hun wellicht zeer uiteenlopende kijk op deze zaak. Het kan niet helemaal hetzelfde zijn, als wat we meemaakten met het vallen van de muur en dat de mensen zich plotseling vrij voelden. Er is op Cuba naar aanleiding van Obama's uitspraken niets veranderd. Bovendien is de kop 'Cuba in de wolken' een kop in de GRANMA, huisorgaan van de Communistische Partij. Nee, er is volgens mij vooral een enorme opluchting dat nu deze rem op een eigen ontwikkeling eraf lijkt te gaan raken. Het was al heftig om in 1990 bij de ineenstorting van de Sowjet-Unie twee remmen van enorme omvang te moeten verwerken, nog los van alle natuurgeweld aan orkanen die het eiland regelmatig teisteren. In 2000 kreeg ik de indruk dat de val van de Sowjet-Unie in grote lijnen economisch verwerkt was. Men sprak nog wel van de Periode Special, de ideologische benoeming van deze tijd vol aanhalen van alle mogelijke buikriemen. Maar die leek overwonnen. Er was nieuwe ruimte gekomen voor het in gang zetten van eigen ontwikkelingen.

Leven in Trinidad 
Onder anderen was het vanaf nu mogelijk om eigen dollars te verdienen door je huis, je casa, te verhuren aan toeristen. In zulke casas particulares heb ik verbleven toentertijd. Bij Marta in Trinidad bijvoorbeeld. Tandarts van beroep, weduwe van een man die werkte in de opbouw van een strandressort bij deze plaats aan de Zuidkust, niet ver van de vermaledijde Varkensbaai. Zij verdiende door verhuur van haar huis wat meer dan de schamele 25 euro die ze normaal gesproken in de hand kreeg. Zij praatte goed Engels. Ik kon met haar goed communiceren. Een beetje vreemd voelde het alleen wel aan, als ik in mijn eentje aan een tafel op de mooie patio mijn heerlijke door haar toebereide maaltijden nuttigde, terwijl achter mij zij met haar zoon zat te eten. Het was natuurlijk duidelijk dat hun eten wat beter kon zijn, doordat ik er was. 
Zo was het ook in die tijd daarentegen zo dat iemand anders met wie ik in een park, ook in Trinidad, aan de praat raakte in mijn moeizame Spaans, duidelijk echt arm was en nauwelijks wat te makken had. Mercedes nodigde me uit om haar chiquitita (heel kleine) huis aan de rand van dit stadje te komen bekijken. Ze woonde er overigens prachtig. Uitzicht op de bergen om Trinidad heen. Ze stuurde dochtertje Maria erop uit om koffie te halen bij een nicht. Die kwam terug met één kopje poederkoffie. Nee, Mercedes hoefde niet. 'Eigen bedankt', moesten wij als kinderen vroeger thuis zeggen, als er in de toenmalige arme pastorie mensen op bezoek waren. Zo ging dat hier. Een huisje, wel heel schoon, maar met een paar stoelen en een tafeltje. Verder hooguit een tv, dat dan weer wel, en een douche. Verder zo ongeveer niets. Of ik het mooi vond. 'Je woont hier schitterend, Mercedes', liet ik maar in het midden.

Volksraadpleging
Het perspectief van het mogelijke verdwijnen van de onmenselijke boycot door de VS moet een enorme opluchting te weeg brengen. Eindelijk vrij om hun eigen gang te gaan. Een gang die sinds de Volksraadpleging van 2007 een gang is waarbij ook zélf al bewust voor een eigen ontwikkeling van socialisme wordt gekozen. Niet langer ingegeven door het stalinisme van de Sowjet-Unie. Met een groep Vlaamse en Nederlandse mensen was ik in herfst 2007 in Cuba. Er was nog duidelijk te merken dat die brede Volksraadpleging geweest was in de verhalen van de mensen die ik toen ontmoette op het Centrum Maarten Luther King in Havana (huis van de Cubaanse Raad van Kerken) en het Protestantse Seminarie in Matanzas, 150 kilometer verderop langs de Noordkust.
Mensen van het centrum helpen, onder leiding van ds. Raul Suarez, mensen om hen heen om hun huizen te verbouwen. In samenwerking met de staat vinden hier particuliere initiatieven plaats. We bezoeken een vrouw die nu in een goed tegen regen geïsoleerd huis woont met haar kind. We bezoeken een huis waar een verdieping op wordt gezet, omdat ze met teveel wonen. Zo komt er meer leefruimte voor allen. 
Van een functionaris voor kerkelijke zaken horen we dat de partij in het begin van de revolutietijd een verkeerde inschatting maakt. Ze meenden dat kerken en gelovigen wel tegen de revolutie zouden zijn. Protestantse predikanten vertrokken naar Miami met het idee 'dit waait zo over'. Katholieke parochies waren soms een nest van sabotage geworden om tegen te gaan dat ondernemingen genationaliseerd werden. Isidoro en de partij als zodanig vinden nu dat het fout en een onhistorische benadering was om het wetenschappelijke atheïsme in te voeren. Steeds duidelijker werd dat christenen, zij het vanuit hun eigen motivatie, mee gingen doen aan de revolutie. Sinds begin negentiger jaren kunnen mensen niet alleen in volledige vrijheid hun geloof beleven, maar ook als zodanig lid van de partij worden. Er bleek in de praktijk minder spanning te zijn tussen kerk en staat als tussen de kerk en zijn gelovigen die de revolutie wilden volgen. 

Geen isolement
Over de heel andere opvatting en praktijk van democratie en over hoe de uitkomsten van de Volksraadpleging van 2007 er uit zien en over hoe mensen in stad en land daar zelf ook mee bezig zijn en waar nu economisch meer ruimte voor lijkt te komen, is een volgend verhaal nodig. Geen ruimte voor meer kapitalisme, maar voor meer socialisme naar eigen ideeën.
Hooguit nog één aspect wil ik hier benoemen waar in onze contreien weinig van bekend is en waar in de pers nauwelijks of niet melding van gemaakt wordt. Een ontwikkeling die de VS waarschijnlijk met lede ogen aanzien. In Latijns-Amerika en het Caraïbische gebied is de een verbond aan het ontstaan tussen verschillende landen die een wat socialere koers zijn gaan varen. Een verbond waar de VS niet aan deelnemen: het ALBA (de Bolivariaanse Alliantie voor ons Amerika). Dit verbond is ontstaan uit de stevige verbindingen die er tussen het Venezuela van Chavez en Cuba ontstonden. Als grotere landen nemen verder Bolivia, Ecuador en Nicaragua deel naast een aantal eilanden in het Caraïbische gebied aan het ALBA. Allereerst onderlinge hulp op de vlakken gezondheidszorg en onderwijs, maar meer en meer ook op economisch gebied, de olie bijvoorbeeld. Intern raken de Castros en de Communistische Partij niet geïsoleerd en internationaal raakt Cuba niet geïsoleerd van de rest. Tsja, 50 jaar VS-Amerikaanse politiek van isolering en ideologische inmenging heeft dit trotse en taaie volk er niet onder gekregen. 

Han Dijk